Interne competities
In de strijd om het kampioenschap van Roermond raakten Peter Eikelenberg en Maurice Weijers in de diagramstand verzeild.
Geplaagd door hevige tijdnood speelde Maurice hier 14-20, waarna de partij voor hem verloren ging.
Echter met de voortzetting:
27-32 38x27
18-23 29x18
16-21 27x16
14-20 18x27
20x47 16-11
47-29 30-24
29x20 11-7
20-29 7-1 kan zwart veilig de remisehaven binnenlopen.
Geplaagd door hevige tijdnood speelde Maurice hier 14-20, waarna de partij voor hem verloren ging.
Echter met de voortzetting:
27-32 38x27
18-23 29x18
16-21 27x16
14-20 18x27
20x47 16-11
47-29 30-24
29x20 11-7
20-29 7-1 kan zwart veilig de remisehaven binnenlopen.
Dammen bij Eureka
Uit de onderlinge van Eureka twee leuke fragmenten:
Toon Pillich – Marcel Karssing, gespeeld op 13 oktober 2006.
Zwart aan zet
In de partij hebben beide spelers voornamelijk hun schijven aan de rechter bordhelft laten spreken. Aan de andere kant is de opstelling zodanig dat verwikkelingen van tactische aard in het leven geroepen worden. Deze zullen het spel voor een belangrijk deel bepalen.
1… 18-23 2. 44-40 ...
Marcel had op 2. 34-30 24-29 gepland met de bedoeling wit tot 3. 30-24 te verleiden waarna een damcombinatie mogelijk wordt. Maar daarmee zou hij wit in de kaart gespeeld hebben want na het beoogde verloop 3… 20-25 4. 24x33 25-30 5. 35x24 13-19 6. 24x13 12-18 7. 13x22 17x50 neemt wit de dam meteen af met 8. 43-39! 50x31 9. 36x27 met prima spel. Daarnaast zou wit na 2… 24-29 ook heel goed met 3. 30-25 13-19 4. 25x14 19x10 verder kunnen gaan.
Met de partijzet houdt wit enige combinaties in de stelling. Na 2… 12-18 volgt eenvoudig 3. 27-21 16x27 4. 37-31 26x37 5. 41x01 met winst. Ook op 3. 13-18 volgt deze combinatie, nu met schijfwinst. De damzet die mogelijk is na 2. 13-19 oogt verdienstelijk, 2. 35-30 24x44 3. 43-39 44x33 4. 38x18 12x23, het gat op 12 is getrokken, 5. 27-21 16x27 6. 37-31 26x37 7. 41x01, maar deze dam wordt meteen met gelijk spel afgenomen. 7… 19-24! 8. 01x29 24x33 enzovoort.
2… 24-29 3. 34-30 20-25
In de partij volgde nu de afwikkeling met
4. 30-24 29x20 5. 35-30 25x34 6. 40x09 03x14 7. 27-22 17x28 8. 37-31 26x37 9. 41x23
En later eindigde de partij in remise.
Wit had deze afwikkeling ook met een andere zet kunnen inleiden. Een slagkeus geeft zwart dan de gelegenheid alsnog de fout in te gaan:
4. 27-22! en nu:
1) 4… 25x34? Hierna wint wit op een grappige wijze een schijf 5. 43-39! 34x32 6. 37x08 17x28 7. 08x17 11x22 8. 37-31! 26x37 9. 41x34!! enzovoort.
2) 4… 17x28! En wit bereikt in een iets gewijzigde volgorde wederom het veld 23 na 5. 30-24 29x20 6. 35-30 25x34 7. 40x09 03x14 8. 37-31 26x37 9. 41x23.
Niet moeilijk wel leuk.
______________________________________________
Paul Brock – Leo Holtman, gespeeld op 20 oktober 2006.
wit aan zet
Een leuk gevecht in het gesloten klassiek. In de stand van het diagram begint de witspeler op een voorzichtige wijze.
1. 42-37 …
Veel actiever is de voortzetting aan de andere bordhelft 1. 39-34! met idee van het oostblok. (Een speelse benaming van het driehoek van zes schijven aan de rechterkant van het bord: natuurlijk een verwijzing naar de windrichting op het bord en daarnaast heeft het ook een ferme klank. De dammer uit het oostblok staat immers bekend om zijn speelkracht!) De bedoeling is om druk uit te oefenen op de witte lange vleugel. Met de ruil 34-29 23x34 40x20 15x24 wordt de laatste verdediger van de kwetsbare vleugel verwijderd waarna de zet 28-23 een lelijk gat dreigt te slaan. We bekijken een aantal mogelijkheden voor zwart:
1) 1… 11-17 en wit wint met de aangegeven wending één schijf: 2. 34-29! 23x34 3. 40x20 15x24 4. 27-22! (ook meteen 4.28-23 is goed, maar deze wint wel zo schoon) 18x27 5. 32x21 16x27 6. 28-23 19x39 7. 30x10 09-14 8. 10x19 01-07 9. 43x34 27-32 10. 38x27 17-22 11. 27x18 12x14 Zwart heeft een directe doorbraak kunnen afwenden maar blijft wel een schijf achter.
2) 1… 08-13, met bedoeling de meerslag 30x17 te gaan benutten, 2. 43-39! Wit heeft geduld en brengt schijf 49 in het spel. De kenmerkende oostblokdreiging blijft het spel bepalen. We gaan splitsen:
2.1) 2… 02-08 3. 49-43 01-07 en wit gaat de dreiging uitvoeren 4. 34-29! 23x34 5. 40x20 15x24 6. 28-23! 19x37 7. 30x10 09-14, lijkt nog gelijk te houden, maar zwart sneuvelt rap op het open veld 2, 8. 10x19 13x24 9. 42x31 26x37 10. 38-32! 37x28 11. 33x02 met hopeloze stelling voor zwart.
2.2) De tegenactie aan de andere bordhelft met 2… 12-17 geeft wit de gelegenheid meteen gebruik te maken van het open veld 12. De bomzet 3. 27-21! 16x27 4. 32x12 23x43 5. 12x23 19x28 6. 30x10 15x04 7. 49x38 levert wit op de volgende zet schijfwinst op.
2.3) Na 2… 01-07 3. 49-43 11-17 heeft wit na de inleiding 4. 34-29 23x34 5. 40x20 15x24 zelfs meerdere winnende afwikkelingen:
2.3.1) De aangegeven rechttoe rechtaan methode 6. 28-23 19x37 7. 30x10 en zwart heeft geen acceptabele verdediging meer;
2.3.2) Wederom doorbreken naar veld 2 via 6. 28-23 19x37 7. 30x08! 02x13 8. 42x31 26x37 9. 38-32 37x28 10. 33x02 met ruimschoots winst;
2.3.3) ‘Schoon’ doorbreken naar dit veld via 6. 27-22! 18x27 7. 32x21 16x27 8. 28-23 19x28 9. 30x08! 02x13 10 33x02 enzovoort.
2.4) De snelle bezetting van veld 21 helpt zwart evenmin; na 2… 11-17 3. 49-43 17-21
2.4.1) wint (ondanks de meerslag 30x17) de uitvoering van de dreiging duidelijk. Na 4. 34-29 23x34 5. 40x20 15x24 6. 28-23 19x37 7. 30x17 21x32 / gedwongen, na 7… 21x12 8. 42x31 26x37 profiteert wit van het vers geslagen gat op veld 13; 9. 38-32 37x28 10. 33x04, enzovoort. / 8. 42x31 26x37 9. 38x27 en wit heeft een winstpositie omdat de schijf op 17 niet bedreigd kan worden. Na 9… 03-08 10. 43-38!, dreigt 11. 38-32 dus gedwongen is 10… 08-13 1q. 35-30 02-08 12. 30-24 en het geplande 12… 01-07 is eenvoudig verhinderd door 13. 17-11! 06x17 en 14. 38-32 37x28 15. 33x02 met dam.
2.4.2) lijkt na het stille 4. 42-37!? geen kruid gewassen tegen de oostblokdreiging. Maar de computer laat zien dat zwart met het offer 4… 24-29 5. 33x24 01-07 nog in troebel water kan vissen. Een leuke variant met een wederzijds offervervolg is dan 6. 24-20 15x24 7. 39-33 07-11 8. 34-29 23x34 9. 40x20 12-17 10. 27-22! 18x27 11. 20-15 en hoewel zwart het in materieel opzicht gelijk heeft weten te houden, behoudt wit het voordeel, dankzij de doorbraakmogelijkheden in het oosten.
Tot slot een leuke variant, ontsproten aan de rekenkracht van de computer:
2.5) 2… 01-07 3. 49-43 24-29!? Wederom dit troebele offer, 4. 33x24 02-08 5. 34-29 23x34 6. 40x29 en nu twee varianten:
2.5.1) De vlucht in het macro-eindspel met 6… 18-23 7. 29x18 13x44 8. 24x04 44-50 lijkt verdienstelijk maar helaas… Na 9. 27-21!! 16x27 (of meteen damafname na 9… 26x17 10. 32-28 50x22 11. 04x36 enzovoort.) 10. 32x21 26x17 11. 43-39!! 50x28 12. 42-37 28x41 13. 46x37 en wit wint gemakkelijk.
2.5.2) Een schijf terugwinnen met 6… 15-20 7. 24x15 18-23 8. 29x18 13x44 9. 43-39 44x33 10. 38x29 geeft wit natuurlijk eveneens heerlijke vooruitzichten op winst.
2) Staat zwart dus na het actieve 1. 39-34! verloren? Nee, maar dan moet hij de gesloten structuur wel heel snel verlaten en vluchten in een passieve stelling met 1… 14-20 2. 25x14 19x10 3. 30x19 19x10 enzovoort. Hoewel wit dan duidelijk superieur blijft staan, zijn er wel mogelijkheden tot verdediging.
Na het gespeelde 1. 42-37 blijft de mogelijkheid van oostblok bestaan, maar vanwege de verzwakking aan wits lange vleugel niet meer zo krachtig als gewenst.
1… 08-13 2. 46-41 …
De zet 2. 39-34 geeft zwart de gelegenheid de dreiging te counteren met behulp van de coup royal. Na de ruil 2… 14-20 3. 25x14 09x20 is 4. 30-25 slecht vanwege 4… 24-29! en twee slagmogelijkheden:
1) 5. 33x24 19x39 6. 28x17 11x33 7. 43x34 06-11! 8. 25x14 03-09! 9. 14x03 11-17 10. 03x21 16x38! met gewonnen positie voor zwart.
2) 5. 25x14 19x10 6. 28x17 11x42 en dankzij de meeslagregel komt zwart op dam 7. 34x12 42-47. Wit doet er nu verstandig aan zijn twee schijven voordeel snel te investeren in damafname, 8. 32-28 16-21 9. 38-32 47x07 10. 40-34 07x40 11. 45x34 26-31 met onduidelijke stelling.
2... 02-08 3. 41-36 …
Wederom even de blik naar het oosten. Na 3. 39-34 11-17 levert de afwikkeling 4. 34-39 23x34 5. 40x20 15x24 6. 28-23 19x39 7. 30x10 17-22 8. 43x34 22x33 9. 10-04 de volgende stelling op:
Na 9… 09-14 kan wit niet voorkomen dat de dam er voor een gelijk aantal stukken vanaf gaat:
1) 10. 04-15 26-31! 11. 15x26 16-21 12. 26x17 12x21;
2) 10. 35-30 13-19! 11. 04x44 12-17 12. 44x11 06x17.
Hoewel winst niet aantoonbaar is, blijft wit in beide gevallen wel beter staan.
3... 11-17 4. 39-34 17-22 5. 28x17 12x21
Aldus wordt het gevaar bezworen. Zwart ruilt de witte centrumschijf weg waardoor het gat op veld 19 niet meer geslagen kan worden. Een poging om via centrumbezetting de dreiging wederom in het leven te roepen wordt eenvoudig verhinderd. Na de zet 6. 33-28 06-11 7. 38-33 volgt 01-06 en het geplande 8. 43-38 wordt tegengespeeld door de afwikkeling 8… 24-29 9. 33x24 26-31 10. 37x17 11x42 11. 48x37 14-20 12. 25x14 09x29 enzovoort.
6. 34-29 23x34 7. 40x20 15x24 8. 45-40 01-07 9. 40-34 18-23
Zwart is zonder kleerscheuren langs het oostblok gewandeld en heeft een mooie positie bereikt. Daar waar wit nog een achtergebleven schijf heeft op veld 36, heeft zwart zijn lange vleugel in ieder geval mooi ontwikkeld.
10. 33-28(?) …
Een onvoorzichtige zet die zwart de kans geeft druk uit te oefenen. Veiliger was de terugruil 10. 34-29 23x34 11. 30x39 met boeiende klassieke stelling met ruime mogelijkheden voor beide spelers.
10… 07-11
Benut de aangeboden kans niet. Die bestond uit het actieve 10… 24-29! en wit kent problemen. Vier mogelijkheden voor wit.
1) Laten slaan met 11. 43-39 29x40 12. 35x44 is simpel verhinderd door het hielslagje 12… 14-20 13. 25x14 19x10 14. 28x19 13x35 met schijfwinst.
2) De tegenstoot 11. 30-24 19x39 12. 28x10 geeft zwart de mogelijkheid een ander typezetje op het bord te toveren. Zwart wint met de coup Springer 12… 39-44! 13. 49x40 29-34 14. 40x29 09-14 15. 10x19 13x22!! uiteindelijk twee schijven.
3) Deze varianten lijken wit te verplichten tot 11. 28-22 29x40 12. 35x44 waarna de schijf op 22 het witte spel ernstig belemmert. Hoewel zwart zeker nog niet gewonnen staat, speelt het wel gemakkelijk voor hem.
4) Wit beschikt tenslotte nog over de vluchtroute via 11. 37-31 29x40 12. 35x44 26x37 13. 32x41 23x32 (verstandiger lijkt de andere slag 13... 21x32 14. 28x37 14-20 15. 25x14 09x20 en zwart domineert de strijd op het middenbord.) 14. 38-33 en wit houdt de zaak gelijk.
11. 48-42? …
Een grote fout. Behalve dat de zojuist aangegeven aanval via het kerkhof keurig gehandhaafd blijft voor zwart, geeft wit zijn opponent eveneens de kans de partij combinatief te beslissen. Aangewezen was de zet 11. 38-33! die het zwarte antwoord onmogelijk maakt.
11… 24-29
Met een zet vertraging alsnog deze actieve zet. Nu de wending 12. 37-31 niet meer mogelijk is, wordt wit tot het partijverloop. Maar zwart verzuimt wel de winnende combinatie met 11… 23-29! 12. 34x23 26-31 13. 37x17 11x33 14. 38x20 19x39 enzovoort.
12. 28-22 29x40 13. 35x44
De schijf op 22 noopt wit voorzichtig te spelen. In het vervolg slaagde zwart er niet in het verkregen voordeel te benutten. De partij eindigde in remise.
Een fragment dat de vele (en wisselende) mogelijkheden van het gesloten klassiek aan het licht brengt. De analyse van een dergelijke positie blijft een nuttige en leerzame bezigheid.
Uit de onderlinge van Eureka twee leuke fragmenten:
Toon Pillich – Marcel Karssing, gespeeld op 13 oktober 2006.
Zwart aan zet
In de partij hebben beide spelers voornamelijk hun schijven aan de rechter bordhelft laten spreken. Aan de andere kant is de opstelling zodanig dat verwikkelingen van tactische aard in het leven geroepen worden. Deze zullen het spel voor een belangrijk deel bepalen.
1… 18-23 2. 44-40 ...
Marcel had op 2. 34-30 24-29 gepland met de bedoeling wit tot 3. 30-24 te verleiden waarna een damcombinatie mogelijk wordt. Maar daarmee zou hij wit in de kaart gespeeld hebben want na het beoogde verloop 3… 20-25 4. 24x33 25-30 5. 35x24 13-19 6. 24x13 12-18 7. 13x22 17x50 neemt wit de dam meteen af met 8. 43-39! 50x31 9. 36x27 met prima spel. Daarnaast zou wit na 2… 24-29 ook heel goed met 3. 30-25 13-19 4. 25x14 19x10 verder kunnen gaan.
Met de partijzet houdt wit enige combinaties in de stelling. Na 2… 12-18 volgt eenvoudig 3. 27-21 16x27 4. 37-31 26x37 5. 41x01 met winst. Ook op 3. 13-18 volgt deze combinatie, nu met schijfwinst. De damzet die mogelijk is na 2. 13-19 oogt verdienstelijk, 2. 35-30 24x44 3. 43-39 44x33 4. 38x18 12x23, het gat op 12 is getrokken, 5. 27-21 16x27 6. 37-31 26x37 7. 41x01, maar deze dam wordt meteen met gelijk spel afgenomen. 7… 19-24! 8. 01x29 24x33 enzovoort.
2… 24-29 3. 34-30 20-25
In de partij volgde nu de afwikkeling met
4. 30-24 29x20 5. 35-30 25x34 6. 40x09 03x14 7. 27-22 17x28 8. 37-31 26x37 9. 41x23
En later eindigde de partij in remise.
Wit had deze afwikkeling ook met een andere zet kunnen inleiden. Een slagkeus geeft zwart dan de gelegenheid alsnog de fout in te gaan:
4. 27-22! en nu:
1) 4… 25x34? Hierna wint wit op een grappige wijze een schijf 5. 43-39! 34x32 6. 37x08 17x28 7. 08x17 11x22 8. 37-31! 26x37 9. 41x34!! enzovoort.
2) 4… 17x28! En wit bereikt in een iets gewijzigde volgorde wederom het veld 23 na 5. 30-24 29x20 6. 35-30 25x34 7. 40x09 03x14 8. 37-31 26x37 9. 41x23.
Niet moeilijk wel leuk.
______________________________________________
Paul Brock – Leo Holtman, gespeeld op 20 oktober 2006.
wit aan zet
Een leuk gevecht in het gesloten klassiek. In de stand van het diagram begint de witspeler op een voorzichtige wijze.
1. 42-37 …
Veel actiever is de voortzetting aan de andere bordhelft 1. 39-34! met idee van het oostblok. (Een speelse benaming van het driehoek van zes schijven aan de rechterkant van het bord: natuurlijk een verwijzing naar de windrichting op het bord en daarnaast heeft het ook een ferme klank. De dammer uit het oostblok staat immers bekend om zijn speelkracht!) De bedoeling is om druk uit te oefenen op de witte lange vleugel. Met de ruil 34-29 23x34 40x20 15x24 wordt de laatste verdediger van de kwetsbare vleugel verwijderd waarna de zet 28-23 een lelijk gat dreigt te slaan. We bekijken een aantal mogelijkheden voor zwart:
1) 1… 11-17 en wit wint met de aangegeven wending één schijf: 2. 34-29! 23x34 3. 40x20 15x24 4. 27-22! (ook meteen 4.28-23 is goed, maar deze wint wel zo schoon) 18x27 5. 32x21 16x27 6. 28-23 19x39 7. 30x10 09-14 8. 10x19 01-07 9. 43x34 27-32 10. 38x27 17-22 11. 27x18 12x14 Zwart heeft een directe doorbraak kunnen afwenden maar blijft wel een schijf achter.
2) 1… 08-13, met bedoeling de meerslag 30x17 te gaan benutten, 2. 43-39! Wit heeft geduld en brengt schijf 49 in het spel. De kenmerkende oostblokdreiging blijft het spel bepalen. We gaan splitsen:
2.1) 2… 02-08 3. 49-43 01-07 en wit gaat de dreiging uitvoeren 4. 34-29! 23x34 5. 40x20 15x24 6. 28-23! 19x37 7. 30x10 09-14, lijkt nog gelijk te houden, maar zwart sneuvelt rap op het open veld 2, 8. 10x19 13x24 9. 42x31 26x37 10. 38-32! 37x28 11. 33x02 met hopeloze stelling voor zwart.
2.2) De tegenactie aan de andere bordhelft met 2… 12-17 geeft wit de gelegenheid meteen gebruik te maken van het open veld 12. De bomzet 3. 27-21! 16x27 4. 32x12 23x43 5. 12x23 19x28 6. 30x10 15x04 7. 49x38 levert wit op de volgende zet schijfwinst op.
2.3) Na 2… 01-07 3. 49-43 11-17 heeft wit na de inleiding 4. 34-29 23x34 5. 40x20 15x24 zelfs meerdere winnende afwikkelingen:
2.3.1) De aangegeven rechttoe rechtaan methode 6. 28-23 19x37 7. 30x10 en zwart heeft geen acceptabele verdediging meer;
2.3.2) Wederom doorbreken naar veld 2 via 6. 28-23 19x37 7. 30x08! 02x13 8. 42x31 26x37 9. 38-32 37x28 10. 33x02 met ruimschoots winst;
2.3.3) ‘Schoon’ doorbreken naar dit veld via 6. 27-22! 18x27 7. 32x21 16x27 8. 28-23 19x28 9. 30x08! 02x13 10 33x02 enzovoort.
2.4) De snelle bezetting van veld 21 helpt zwart evenmin; na 2… 11-17 3. 49-43 17-21
2.4.1) wint (ondanks de meerslag 30x17) de uitvoering van de dreiging duidelijk. Na 4. 34-29 23x34 5. 40x20 15x24 6. 28-23 19x37 7. 30x17 21x32 / gedwongen, na 7… 21x12 8. 42x31 26x37 profiteert wit van het vers geslagen gat op veld 13; 9. 38-32 37x28 10. 33x04, enzovoort. / 8. 42x31 26x37 9. 38x27 en wit heeft een winstpositie omdat de schijf op 17 niet bedreigd kan worden. Na 9… 03-08 10. 43-38!, dreigt 11. 38-32 dus gedwongen is 10… 08-13 1q. 35-30 02-08 12. 30-24 en het geplande 12… 01-07 is eenvoudig verhinderd door 13. 17-11! 06x17 en 14. 38-32 37x28 15. 33x02 met dam.
2.4.2) lijkt na het stille 4. 42-37!? geen kruid gewassen tegen de oostblokdreiging. Maar de computer laat zien dat zwart met het offer 4… 24-29 5. 33x24 01-07 nog in troebel water kan vissen. Een leuke variant met een wederzijds offervervolg is dan 6. 24-20 15x24 7. 39-33 07-11 8. 34-29 23x34 9. 40x20 12-17 10. 27-22! 18x27 11. 20-15 en hoewel zwart het in materieel opzicht gelijk heeft weten te houden, behoudt wit het voordeel, dankzij de doorbraakmogelijkheden in het oosten.
Tot slot een leuke variant, ontsproten aan de rekenkracht van de computer:
2.5) 2… 01-07 3. 49-43 24-29!? Wederom dit troebele offer, 4. 33x24 02-08 5. 34-29 23x34 6. 40x29 en nu twee varianten:
2.5.1) De vlucht in het macro-eindspel met 6… 18-23 7. 29x18 13x44 8. 24x04 44-50 lijkt verdienstelijk maar helaas… Na 9. 27-21!! 16x27 (of meteen damafname na 9… 26x17 10. 32-28 50x22 11. 04x36 enzovoort.) 10. 32x21 26x17 11. 43-39!! 50x28 12. 42-37 28x41 13. 46x37 en wit wint gemakkelijk.
2.5.2) Een schijf terugwinnen met 6… 15-20 7. 24x15 18-23 8. 29x18 13x44 9. 43-39 44x33 10. 38x29 geeft wit natuurlijk eveneens heerlijke vooruitzichten op winst.
2) Staat zwart dus na het actieve 1. 39-34! verloren? Nee, maar dan moet hij de gesloten structuur wel heel snel verlaten en vluchten in een passieve stelling met 1… 14-20 2. 25x14 19x10 3. 30x19 19x10 enzovoort. Hoewel wit dan duidelijk superieur blijft staan, zijn er wel mogelijkheden tot verdediging.
Na het gespeelde 1. 42-37 blijft de mogelijkheid van oostblok bestaan, maar vanwege de verzwakking aan wits lange vleugel niet meer zo krachtig als gewenst.
1… 08-13 2. 46-41 …
De zet 2. 39-34 geeft zwart de gelegenheid de dreiging te counteren met behulp van de coup royal. Na de ruil 2… 14-20 3. 25x14 09x20 is 4. 30-25 slecht vanwege 4… 24-29! en twee slagmogelijkheden:
1) 5. 33x24 19x39 6. 28x17 11x33 7. 43x34 06-11! 8. 25x14 03-09! 9. 14x03 11-17 10. 03x21 16x38! met gewonnen positie voor zwart.
2) 5. 25x14 19x10 6. 28x17 11x42 en dankzij de meeslagregel komt zwart op dam 7. 34x12 42-47. Wit doet er nu verstandig aan zijn twee schijven voordeel snel te investeren in damafname, 8. 32-28 16-21 9. 38-32 47x07 10. 40-34 07x40 11. 45x34 26-31 met onduidelijke stelling.
2... 02-08 3. 41-36 …
Wederom even de blik naar het oosten. Na 3. 39-34 11-17 levert de afwikkeling 4. 34-39 23x34 5. 40x20 15x24 6. 28-23 19x39 7. 30x10 17-22 8. 43x34 22x33 9. 10-04 de volgende stelling op:
Na 9… 09-14 kan wit niet voorkomen dat de dam er voor een gelijk aantal stukken vanaf gaat:
1) 10. 04-15 26-31! 11. 15x26 16-21 12. 26x17 12x21;
2) 10. 35-30 13-19! 11. 04x44 12-17 12. 44x11 06x17.
Hoewel winst niet aantoonbaar is, blijft wit in beide gevallen wel beter staan.
3... 11-17 4. 39-34 17-22 5. 28x17 12x21
Aldus wordt het gevaar bezworen. Zwart ruilt de witte centrumschijf weg waardoor het gat op veld 19 niet meer geslagen kan worden. Een poging om via centrumbezetting de dreiging wederom in het leven te roepen wordt eenvoudig verhinderd. Na de zet 6. 33-28 06-11 7. 38-33 volgt 01-06 en het geplande 8. 43-38 wordt tegengespeeld door de afwikkeling 8… 24-29 9. 33x24 26-31 10. 37x17 11x42 11. 48x37 14-20 12. 25x14 09x29 enzovoort.
6. 34-29 23x34 7. 40x20 15x24 8. 45-40 01-07 9. 40-34 18-23
Zwart is zonder kleerscheuren langs het oostblok gewandeld en heeft een mooie positie bereikt. Daar waar wit nog een achtergebleven schijf heeft op veld 36, heeft zwart zijn lange vleugel in ieder geval mooi ontwikkeld.
10. 33-28(?) …
Een onvoorzichtige zet die zwart de kans geeft druk uit te oefenen. Veiliger was de terugruil 10. 34-29 23x34 11. 30x39 met boeiende klassieke stelling met ruime mogelijkheden voor beide spelers.
10… 07-11
Benut de aangeboden kans niet. Die bestond uit het actieve 10… 24-29! en wit kent problemen. Vier mogelijkheden voor wit.
1) Laten slaan met 11. 43-39 29x40 12. 35x44 is simpel verhinderd door het hielslagje 12… 14-20 13. 25x14 19x10 14. 28x19 13x35 met schijfwinst.
2) De tegenstoot 11. 30-24 19x39 12. 28x10 geeft zwart de mogelijkheid een ander typezetje op het bord te toveren. Zwart wint met de coup Springer 12… 39-44! 13. 49x40 29-34 14. 40x29 09-14 15. 10x19 13x22!! uiteindelijk twee schijven.
3) Deze varianten lijken wit te verplichten tot 11. 28-22 29x40 12. 35x44 waarna de schijf op 22 het witte spel ernstig belemmert. Hoewel zwart zeker nog niet gewonnen staat, speelt het wel gemakkelijk voor hem.
4) Wit beschikt tenslotte nog over de vluchtroute via 11. 37-31 29x40 12. 35x44 26x37 13. 32x41 23x32 (verstandiger lijkt de andere slag 13... 21x32 14. 28x37 14-20 15. 25x14 09x20 en zwart domineert de strijd op het middenbord.) 14. 38-33 en wit houdt de zaak gelijk.
11. 48-42? …
Een grote fout. Behalve dat de zojuist aangegeven aanval via het kerkhof keurig gehandhaafd blijft voor zwart, geeft wit zijn opponent eveneens de kans de partij combinatief te beslissen. Aangewezen was de zet 11. 38-33! die het zwarte antwoord onmogelijk maakt.
11… 24-29
Met een zet vertraging alsnog deze actieve zet. Nu de wending 12. 37-31 niet meer mogelijk is, wordt wit tot het partijverloop. Maar zwart verzuimt wel de winnende combinatie met 11… 23-29! 12. 34x23 26-31 13. 37x17 11x33 14. 38x20 19x39 enzovoort.
12. 28-22 29x40 13. 35x44
De schijf op 22 noopt wit voorzichtig te spelen. In het vervolg slaagde zwart er niet in het verkregen voordeel te benutten. De partij eindigde in remise.
Een fragment dat de vele (en wisselende) mogelijkheden van het gesloten klassiek aan het licht brengt. De analyse van een dergelijke positie blijft een nuttige en leerzame bezigheid.
Na bovenstaande mega-bijdrage van Holger een iets luchtiger fragmentje uit de Geleen Open van dinsdag j.l.
Lei Schepers - Bert Verton
Lei verraste mij hier met het offer van Dussault: 35-30 (24x35) 33-29. Na enig puzzelen ontdekte ik gelukkig toch nog een redding: (35-40) 44x35 (16-21) 27x16 (18-22) 29x20 (22x42) en ik wist (weliswaar met een beetje hulp van mijn tegenstander) het eindspel zelfs nog te winnen.
Lei Schepers - Bert Verton
Lei verraste mij hier met het offer van Dussault: 35-30 (24x35) 33-29. Na enig puzzelen ontdekte ik gelukkig toch nog een redding: (35-40) 44x35 (16-21) 27x16 (18-22) 29x20 (22x42) en ik wist (weliswaar met een beetje hulp van mijn tegenstander) het eindspel zelfs nog te winnen.
Clubavond bewaart beste voor het eind
Uit de onderlinge van Eureka (10 november 2006) twee leerzame eindspelletjes.
Nico van Oosterhout – Marius Coolen
Zwart aan zet
In deze totaal uitgewoede remisestand probeerde Marius met de zet
1… 14-19
het onvermijdelijke vreedzame einde nog even uit te stellen. De tussenloop 1… 28-32 zou na 2. 38-33 32x21 3. 33-29 vanzelf de remise met zich mee gaan brengen.
Na de partijzet is 2. 25-20 het aangewezen vervolg. Kennelijk vreesde Nico alsnog het slachtoffer te worden van onverwachte acties. Hij besloot alvast ‘veilig’ een schijf te investeren alvorens de tocht naar de damlijn te gaan ondernemen.
2. 27-22(?) 28x17 3. 25-20 …
Plots gloorde er enige hoop voor Marius. ('Moser pagina drie en vijftig!') Met het tegenoffer
3… 19-24! 4. 20x29 26-31
werd het toch nog even oppassen voor wit. In de nu ontstane positie is er een opmerkelijke rol weggelegd voor de zwarte schijf op veld 17. Deze schijf is noodzakelijk voor zwart om de remisevlucht via de opmars naar veld 12 onmogelijk te maken.
1) Na de zetten 5. 29-23 31-37 6. 23-18 zou zwart zonder de schijf op 17 na 6… 37-41 7. 18-12! / Daarentegen natuurlijk niet 7. 18-13?? en zwart wint wel met 7… 41-47 8. 38-32 47-41 9. 32-27 41-36! en het witte tweetal hindert zichzelf lelijk. / en zwart kan de witte schijven niet meer in problemen brengen.
2) Maar zwart heeft in de partij wel de beschikking over de extra schijf op veld 17. Na hetzelfde verloop 5. 29-23 31-37 6. 23-18? wint zwart wel dankzij het hulpje in de achterhoede. Deze kan nu keurig geofferd worden teneinde de witte opmars te storen. Na 6… 17-22! 7. 18x27 37-41 zijn de witte twee overgeleverd aan de kracht van de zwarte dam. 8. 27-22 41-47! 9. 38-32 47-41 10. 32-27 41-36 en zwart wint eenvoudig.
4. 29-24 31-36 5. 24-19 36-41
Had zwart in de varianten bij de derde zet baat bij de aanwezigheid van schijf 17, opmerkelijk genoeg heeft hij in de nu ontstane situatie juist hinder van deze schijf! Want zonder is de stand reddeloos verloren voor wit, bijvoorbeeld 6. 19-14 41-47 7. 38-32 47-41 en wit moet de ver opgedrongen schijf altijd verliezen. Op elke andere zesde zet van wit volgt eenzelfde winstmethode voor zwart. De witte schijven kunnen altijd opgedreven worden door de zwarte dam.
Maar in de partij kan wit in twee van de vier mogelijke zetten gebruik maken van de zwarte extra schijf. In één geval is dat voldoende om de remise veilig te stellen.
6. 19-13! …
De zetten 6. 19-14? en 6. 38-32? hadden de zwarte dam vrij spel gegeven het witte duo ongehinderd in de rug aan te vallen. Na 6. 38-33(?) kan wit wel gebruik maken van de tweede zwarte schijf, maar niet voldoende om de damlijn te kunnen bereiken. Zwart speelt 6… 41-47! 7. 33-28 47-41 en nu volgt op 8. 28-22 / Niet 8. 28-23?? en zwart maakt weer keurig winnend gebruik van de tweede schijf via 8… 17-22! / 8… 47x14! 9. 22x11 14-23! en wit sneuvelt alsnog op de trictrac.
6… 41-47 7. 38-32 47-41 8. 32-27 41-36 9. 27-21!!
En met dank aan schijf 17 weet wit zich nu veilig.
_______________________________________
Het tweede eindspel van de avond was van een ander type. Daar waar bij Nico en Marius de thema’s opdrijven (herdershond & schapen) en nut dan wel hinder van een bepaalde schijf het spel bepaalden, waren in het eindspel van Herman en Paul de elementen vangstelling en liniebeheersing bepalend.
Herman Pijnenburg – Paul Brock
Wit aan zet
Weinig benijdenswaardig de positie van de voorzitter van Eureka. Hij besloot te offeren met
1. 29-23 28x30 2. 25x34
Maar dat bleek geen enkele kans op redding te bevatten. Een andere mogelijkheid die meer kans op verdediging biedt is het offer 1. 37-32(!) 28x37 2. 38-33 Na 2… 14-19, de enige serieuze kans voor zwart, 3. 24-20 15x24 4. 29x20 19-24! 5. 20x29 37-41 6. 25-20 41-46 ontstaat een linie-eindspel waarin zwart nog even nauwkeurig moet spelen.
Met drie schijven achter de linie kan wit natuurlijk altijd de eenzame dam van de lange diagonaal verdrijven teneinde zelf deze diagonaal over te steken om dam te halen. Maar zwart heeft nog twee schijven op het bord staan en dit aanwezige duo biedt natuurlijk extra mogelijkheden. Twee duidelijke winstplannen zijn aanwezig voor zwart:
1) Methode vangstelling.
7. 20-15 46-05! Maakt meteen gebruik van de eerste vangmogelijkheid. Na een directe dampoging van wit met 8. 29-23 05x50 9. 15-10 50-28! heeft zwart het al voor mekaar. Op 10. 10-04 volgt 28-22 met damvangst en op 10. 10-05 28-46 met opsluiting. Wit moet even geduld betrachten. 8. 29-24 27-32, zet de vangstelling klaar. Het sleutelveld voor de dam bij deze vangstelling is het veld 44. Zwart moet ervoor zorgen dit veld te bereiken nadat wit dubbel geofferd heeft en met 15-10 doorloopt. We bekijken drie mogelijkheden:
1.1) Direct de witte doorbraakactie 9. 24-19 05x50 10. 15-10 50-44!! en het sleutelveld wordt betreden. Op 11. 10-04 volgt damvangst met 11… 44-49 enzovoort en op 10-05 de opsluiting op de lange lijn met 11… 44-28.
1.2) Wit oefent geduld uit via schijf 24 met 9. 24-20 en zwart wint in dit plan met 9… 05-19!, profiteert even van het gegeven dat wit nu niet beschikt over het verdrijvende dubbeloffer, 10. 33-29, dreigt enkel te verdrijven met 11. 29-24. Zwart vervolgt nu met 10… 19-05! / Niet 10… 19-28? en zwart beschikt na 11. 29-23! 28x25 12. 15-10 niet meer over een vangstelling. / en nu:
1.2.1) 11. 20-14 05x40! 12. 15-10 40-44! en zwart belandt netjes op het sleutelveld 44.
1.2.2) 11. 29-24. Na deze wachtzet kan zwart de aangegeven vang niet meer benutten. Maar twee nieuwe winstmogelijkheden dienen zich aan:
1.2.2.1) Zwart kan met 11… 32-38 de vangstelling opschuiven. Wits geduld is uitgeput en moet nu wel offeren met 12. 20-14 05x35! 13. 15-10. Het zwarte sleutelveld voor de dam is nu veld 49 geworden. 13… 35-49! Doordat de schijf op 32 doorgeschoven is werkt de vang nu ook bij wit damhalen op de lange diagonaal. Op 14. 10-05 volgt simpel 14… 13-19 terwijl op 14. 10-04 het tempo 14… 13-18 het winnende werk doet.
1.2.2.2) Het tweede winstidee is gebaseerd op zetdwang. Na 11. 05-19! Heeft wit geen tempo meer om te laten slaan.
1.3) De methode geduld met 9. 33-29 brengt zwart na 9... 05-28! 10. 24-20 / De poging 10. 29-23 28x35! 11. 15-10 brengt de zwarte dam weer tijdig op het sleutelveld met 11... 35-44! enzovoort. / 10... 28-05! en we komen weer in variant 1.2 terecht.
2) Methode tweede dam.
Hierbij maakt zwart tevens gebruik van de vangstelling zoals hierboven aangegeven. De zetten gaan als volgt: 7. 20-15 46-05! 8. 29-24 27-32! 9. 24-20 32-37! Zwart maakt gebruik van een variatie op hetzelfde vangidee. Op 10. 20-14 bereikt de dam het sleutelveld 43 na 10… 05x39! 11. 15-10 39-43! mooi op tijd. Wit moet dus wederom geduld betrachten met 10. 33-29, waarna de tweede zwarte dam naderbij komt, 10… 37-41!
Wit moet nu offeren, wil hij ooit nog de damlijn bereiken 11. 20-14 05x45 12. 15-10 41-46! 13. 10-04 en zwart bevindt zich zelfs in de luxe situatie dat hij twee wegen naar winst heeft:
1) Direct vangen met 13… 46-23! Enzovoort of;
2) Indirect vangen met 13… 45-18 14. 04-15 46-10! 15. 15x04 18-36 en wederom sneuvelt de witte solist.
Een vrijdagavond, even gezellig op de club de vermoeienissen van de week van je afschuiven. Lekker dammen in gemoedelijke sfeer. Koffie en bier. Tegen het eind van de avond nog even een paar, zo op het oog, gezapige parijtjes aanschouwen. Voor de ware damliefhebber blijft er ook dan nog steeds veel te genieten!
Uit de onderlinge van Eureka (10 november 2006) twee leerzame eindspelletjes.
Nico van Oosterhout – Marius Coolen
Zwart aan zet
In deze totaal uitgewoede remisestand probeerde Marius met de zet
1… 14-19
het onvermijdelijke vreedzame einde nog even uit te stellen. De tussenloop 1… 28-32 zou na 2. 38-33 32x21 3. 33-29 vanzelf de remise met zich mee gaan brengen.
Na de partijzet is 2. 25-20 het aangewezen vervolg. Kennelijk vreesde Nico alsnog het slachtoffer te worden van onverwachte acties. Hij besloot alvast ‘veilig’ een schijf te investeren alvorens de tocht naar de damlijn te gaan ondernemen.
2. 27-22(?) 28x17 3. 25-20 …
Plots gloorde er enige hoop voor Marius. ('Moser pagina drie en vijftig!') Met het tegenoffer
3… 19-24! 4. 20x29 26-31
werd het toch nog even oppassen voor wit. In de nu ontstane positie is er een opmerkelijke rol weggelegd voor de zwarte schijf op veld 17. Deze schijf is noodzakelijk voor zwart om de remisevlucht via de opmars naar veld 12 onmogelijk te maken.
1) Na de zetten 5. 29-23 31-37 6. 23-18 zou zwart zonder de schijf op 17 na 6… 37-41 7. 18-12! / Daarentegen natuurlijk niet 7. 18-13?? en zwart wint wel met 7… 41-47 8. 38-32 47-41 9. 32-27 41-36! en het witte tweetal hindert zichzelf lelijk. / en zwart kan de witte schijven niet meer in problemen brengen.
2) Maar zwart heeft in de partij wel de beschikking over de extra schijf op veld 17. Na hetzelfde verloop 5. 29-23 31-37 6. 23-18? wint zwart wel dankzij het hulpje in de achterhoede. Deze kan nu keurig geofferd worden teneinde de witte opmars te storen. Na 6… 17-22! 7. 18x27 37-41 zijn de witte twee overgeleverd aan de kracht van de zwarte dam. 8. 27-22 41-47! 9. 38-32 47-41 10. 32-27 41-36 en zwart wint eenvoudig.
4. 29-24 31-36 5. 24-19 36-41
Had zwart in de varianten bij de derde zet baat bij de aanwezigheid van schijf 17, opmerkelijk genoeg heeft hij in de nu ontstane situatie juist hinder van deze schijf! Want zonder is de stand reddeloos verloren voor wit, bijvoorbeeld 6. 19-14 41-47 7. 38-32 47-41 en wit moet de ver opgedrongen schijf altijd verliezen. Op elke andere zesde zet van wit volgt eenzelfde winstmethode voor zwart. De witte schijven kunnen altijd opgedreven worden door de zwarte dam.
Maar in de partij kan wit in twee van de vier mogelijke zetten gebruik maken van de zwarte extra schijf. In één geval is dat voldoende om de remise veilig te stellen.
6. 19-13! …
De zetten 6. 19-14? en 6. 38-32? hadden de zwarte dam vrij spel gegeven het witte duo ongehinderd in de rug aan te vallen. Na 6. 38-33(?) kan wit wel gebruik maken van de tweede zwarte schijf, maar niet voldoende om de damlijn te kunnen bereiken. Zwart speelt 6… 41-47! 7. 33-28 47-41 en nu volgt op 8. 28-22 / Niet 8. 28-23?? en zwart maakt weer keurig winnend gebruik van de tweede schijf via 8… 17-22! / 8… 47x14! 9. 22x11 14-23! en wit sneuvelt alsnog op de trictrac.
6… 41-47 7. 38-32 47-41 8. 32-27 41-36 9. 27-21!!
En met dank aan schijf 17 weet wit zich nu veilig.
_______________________________________
Het tweede eindspel van de avond was van een ander type. Daar waar bij Nico en Marius de thema’s opdrijven (herdershond & schapen) en nut dan wel hinder van een bepaalde schijf het spel bepaalden, waren in het eindspel van Herman en Paul de elementen vangstelling en liniebeheersing bepalend.
Herman Pijnenburg – Paul Brock
Wit aan zet
Weinig benijdenswaardig de positie van de voorzitter van Eureka. Hij besloot te offeren met
1. 29-23 28x30 2. 25x34
Maar dat bleek geen enkele kans op redding te bevatten. Een andere mogelijkheid die meer kans op verdediging biedt is het offer 1. 37-32(!) 28x37 2. 38-33 Na 2… 14-19, de enige serieuze kans voor zwart, 3. 24-20 15x24 4. 29x20 19-24! 5. 20x29 37-41 6. 25-20 41-46 ontstaat een linie-eindspel waarin zwart nog even nauwkeurig moet spelen.
Met drie schijven achter de linie kan wit natuurlijk altijd de eenzame dam van de lange diagonaal verdrijven teneinde zelf deze diagonaal over te steken om dam te halen. Maar zwart heeft nog twee schijven op het bord staan en dit aanwezige duo biedt natuurlijk extra mogelijkheden. Twee duidelijke winstplannen zijn aanwezig voor zwart:
1) Methode vangstelling.
7. 20-15 46-05! Maakt meteen gebruik van de eerste vangmogelijkheid. Na een directe dampoging van wit met 8. 29-23 05x50 9. 15-10 50-28! heeft zwart het al voor mekaar. Op 10. 10-04 volgt 28-22 met damvangst en op 10. 10-05 28-46 met opsluiting. Wit moet even geduld betrachten. 8. 29-24 27-32, zet de vangstelling klaar. Het sleutelveld voor de dam bij deze vangstelling is het veld 44. Zwart moet ervoor zorgen dit veld te bereiken nadat wit dubbel geofferd heeft en met 15-10 doorloopt. We bekijken drie mogelijkheden:
1.1) Direct de witte doorbraakactie 9. 24-19 05x50 10. 15-10 50-44!! en het sleutelveld wordt betreden. Op 11. 10-04 volgt damvangst met 11… 44-49 enzovoort en op 10-05 de opsluiting op de lange lijn met 11… 44-28.
1.2) Wit oefent geduld uit via schijf 24 met 9. 24-20 en zwart wint in dit plan met 9… 05-19!, profiteert even van het gegeven dat wit nu niet beschikt over het verdrijvende dubbeloffer, 10. 33-29, dreigt enkel te verdrijven met 11. 29-24. Zwart vervolgt nu met 10… 19-05! / Niet 10… 19-28? en zwart beschikt na 11. 29-23! 28x25 12. 15-10 niet meer over een vangstelling. / en nu:
1.2.1) 11. 20-14 05x40! 12. 15-10 40-44! en zwart belandt netjes op het sleutelveld 44.
1.2.2) 11. 29-24. Na deze wachtzet kan zwart de aangegeven vang niet meer benutten. Maar twee nieuwe winstmogelijkheden dienen zich aan:
1.2.2.1) Zwart kan met 11… 32-38 de vangstelling opschuiven. Wits geduld is uitgeput en moet nu wel offeren met 12. 20-14 05x35! 13. 15-10. Het zwarte sleutelveld voor de dam is nu veld 49 geworden. 13… 35-49! Doordat de schijf op 32 doorgeschoven is werkt de vang nu ook bij wit damhalen op de lange diagonaal. Op 14. 10-05 volgt simpel 14… 13-19 terwijl op 14. 10-04 het tempo 14… 13-18 het winnende werk doet.
1.2.2.2) Het tweede winstidee is gebaseerd op zetdwang. Na 11. 05-19! Heeft wit geen tempo meer om te laten slaan.
1.3) De methode geduld met 9. 33-29 brengt zwart na 9... 05-28! 10. 24-20 / De poging 10. 29-23 28x35! 11. 15-10 brengt de zwarte dam weer tijdig op het sleutelveld met 11... 35-44! enzovoort. / 10... 28-05! en we komen weer in variant 1.2 terecht.
2) Methode tweede dam.
Hierbij maakt zwart tevens gebruik van de vangstelling zoals hierboven aangegeven. De zetten gaan als volgt: 7. 20-15 46-05! 8. 29-24 27-32! 9. 24-20 32-37! Zwart maakt gebruik van een variatie op hetzelfde vangidee. Op 10. 20-14 bereikt de dam het sleutelveld 43 na 10… 05x39! 11. 15-10 39-43! mooi op tijd. Wit moet dus wederom geduld betrachten met 10. 33-29, waarna de tweede zwarte dam naderbij komt, 10… 37-41!
Wit moet nu offeren, wil hij ooit nog de damlijn bereiken 11. 20-14 05x45 12. 15-10 41-46! 13. 10-04 en zwart bevindt zich zelfs in de luxe situatie dat hij twee wegen naar winst heeft:
1) Direct vangen met 13… 46-23! Enzovoort of;
2) Indirect vangen met 13… 45-18 14. 04-15 46-10! 15. 15x04 18-36 en wederom sneuvelt de witte solist.
Een vrijdagavond, even gezellig op de club de vermoeienissen van de week van je afschuiven. Lekker dammen in gemoedelijke sfeer. Koffie en bier. Tegen het eind van de avond nog even een paar, zo op het oog, gezapige parijtjes aanschouwen. Voor de ware damliefhebber blijft er ook dan nog steeds veel te genieten!
Sneldammen bij Eureka
Uit het sinterklaassneldamtoernooi bij Eureka het volgende fragment:
Janes de Vries – Frank Verdel
Zwart aan zet
De zwartspeler ontwaarde een damcombinatie en besloot naar het lege veld 48 op te draven.
1… 26-31
Dit extra offer moet geplaatst worden, anders zou na de combinatie de dam meteen sneuvelen op veld 31.
2. 36x27 18-23(?)
De verkeerde manier zoals we zullen gaan zien.
3. 29x18 20x29 4. 34x23 25-30 5. 35x24 15-20 6 24x15 04-10 7 15x13 08x48
8 40-34!
Wit profiteert van het gegeven dat zwart op slag staat en heeft tijdig een vang paraat. Het was fout om de voorste schijf te spelen met 6. 18-13? en de witte dam treedt vorstelijk op met 6… 48-42! Het beste voor wit is dan het macro-eindspel met een schijf minder betreden middels 7. 13-09 42x35 8. 09-04 enzovoort.
8… 12x23 9. 34-30
En de zwartspeler moest toestaan dat de dam weer van het bord gaat verdwijnen. Na
9… 48-26 10. 47-42 26x48 11. 39-34 48x39 12. 34x43
was de positie weer gelijk. De partij eindigde uiteindelijk in remise.
Op de tweede zet had zwart de combinatie beter kunnen variëren met 2… 18-22! 3. 27x18 12x23 4. 29x18 20x29 5. 34x23 25-30 6. 35x24 15-20 7. 24x15 04-10 8. 15x13 08x48
Wit kan de dam nu niet meer onschadelijk maken met behoud van gelijk spel.
Er kan bijvoorbeeld volgen 9. 38-32 48-26 10. 40-34 03-09 11. 43-38 26-03 en wit doet er het beste aan de dam af te vangen ten koste van schijfverlies met 12. 18-13 03x50 13. 38-33 50x37 14. 41x32 enzovoort. Want wit kan beslist niet toestaan dat de dam op de volgende zet met 12... 02-08 veilig opgeborgen wordt.
Uit het sinterklaassneldamtoernooi bij Eureka het volgende fragment:
Janes de Vries – Frank Verdel
Zwart aan zet
De zwartspeler ontwaarde een damcombinatie en besloot naar het lege veld 48 op te draven.
1… 26-31
Dit extra offer moet geplaatst worden, anders zou na de combinatie de dam meteen sneuvelen op veld 31.
2. 36x27 18-23(?)
De verkeerde manier zoals we zullen gaan zien.
3. 29x18 20x29 4. 34x23 25-30 5. 35x24 15-20 6 24x15 04-10 7 15x13 08x48
8 40-34!
Wit profiteert van het gegeven dat zwart op slag staat en heeft tijdig een vang paraat. Het was fout om de voorste schijf te spelen met 6. 18-13? en de witte dam treedt vorstelijk op met 6… 48-42! Het beste voor wit is dan het macro-eindspel met een schijf minder betreden middels 7. 13-09 42x35 8. 09-04 enzovoort.
8… 12x23 9. 34-30
En de zwartspeler moest toestaan dat de dam weer van het bord gaat verdwijnen. Na
9… 48-26 10. 47-42 26x48 11. 39-34 48x39 12. 34x43
was de positie weer gelijk. De partij eindigde uiteindelijk in remise.
Op de tweede zet had zwart de combinatie beter kunnen variëren met 2… 18-22! 3. 27x18 12x23 4. 29x18 20x29 5. 34x23 25-30 6. 35x24 15-20 7. 24x15 04-10 8. 15x13 08x48
Wit kan de dam nu niet meer onschadelijk maken met behoud van gelijk spel.
Er kan bijvoorbeeld volgen 9. 38-32 48-26 10. 40-34 03-09 11. 43-38 26-03 en wit doet er het beste aan de dam af te vangen ten koste van schijfverlies met 12. 18-13 03x50 13. 38-33 50x37 14. 41x32 enzovoort. Want wit kan beslist niet toestaan dat de dam op de volgende zet met 12... 02-08 veilig opgeborgen wordt.
-
dré verheggen
- Berichten: 86
- Lid geworden op: 11 april 2006; 18:11
[size=18]Onderlinge Competitie Raes Damclub Maastricht[/size
Dré Verheggen-Max Schwiebert.
Wit piekerde zich naar tijdnood over de gevolgen van de volgende combinatie en door eerdere traumatische ervaringen zag hij er ten onrechte vanaf.
1. 33-29 23x25
2. 35-30 25x34
3. 24-20 15x34
4. 28-22 17x28
5. 32x1 21x41 (hier was wit bang voor 21x43 hetgeen juist heel fraai zou hebben uitgepakt!)
6. 1x46 26x37
7. 46x43
Gelukkig voor Wit kwam er een keine herkansing:
Met de vlag op vallen speelde wit:
1. 25-20 19x30
2. 29-24 30x19
3. 31-27 15x24
4. 27-22 17x28
5. 32x21
[/b]
-
dré verheggen
- Berichten: 86
- Lid geworden op: 11 april 2006; 18:11
Onderlinge Raes DC Maastricht
Maandag 30 jan. waren 23 dammers getuige van de volgende combinatie:
Dré Verheggen-Leo Nagels 30-1-2007
Wit speelde 39-34 om wat zwarte zetten verboden te maken maar Zwart sloeg onverbiddelijke toe met:
1. ...... 17-21
2. 28x26 9-13
3. 31x22 24-29
4. 34x23 13-18
5. 22x13 8x48
en zwart had berekend dat hij na
6. 36-31 48-43
7. 38-33 43-16
8. 47-42 16-11
9. 49-43 11x37
10 31x42
een schijfje voorsprong had en in het vervolg won hij gemakkelijk de partij.
Dré Verheggen-Leo Nagels 30-1-2007
Wit speelde 39-34 om wat zwarte zetten verboden te maken maar Zwart sloeg onverbiddelijke toe met:
1. ...... 17-21
2. 28x26 9-13
3. 31x22 24-29
4. 34x23 13-18
5. 22x13 8x48
en zwart had berekend dat hij na
6. 36-31 48-43
7. 38-33 43-16
8. 47-42 16-11
9. 49-43 11x37
10 31x42
een schijfje voorsprong had en in het vervolg won hij gemakkelijk de partij.
Slordigheid in het eindspel
Uit de onderlinge van Eureka het volgende fragment:
Marcel Karssing – Frank Verdel
Al vanaf de opening heeft Marcel een felle aanval nagestreefd. Keurig deinend op de opzet van de opponent besloot ik mijn kansen in een actieve verdediging te zoeken. Maar moeilijk, dat speltype! Pas in de stand van het diagram kreeg ik enig vertrouwen in een goede afloop.
Wit aan zet
1. 30-24? 19x30 2. 35x24 …
Na deze voor de hand liggende zet beschikt zwart over een kenmerkende combinatie in dit soort standen. Beter was het om 1. 27-22! te spelen. De dreiging 2. 22-18 13x24 en 3. 43-38 19x28 4. 30x10 noopt zwart tot 1… 12-17 2. 22x11 16x07 waarna wit weer even op adem kan komen.
2. … 12-18! 3. 23x03 13-19 4. 24x13 20-25 5. 03x20 15x31
Deze afruil brengt zwarts doorbraak naar dam dichtbij. Maar er is nog wel even wat witte tegenstand te overwinnen.
6. 48-42 16-21 7. 40-34! …
Goed opgelet. De sjablone zet 7. 43-38? isoleert eigenhandig het tweetal schijven aan de rechterkant. Zwart reageert met 7… 25-30! waarna winnen plots heel eenvoudig wordt.
7. ... 21-26 8. 34-29! ...
De meest actieve voortzetting. In plaats van tegen beter weten in de zwarte doorbraak te hinderen, kiest Marcel er voor zelf te gaan werken aan een doorbraak. Hiertoe schiet hij de eenzame schijf op veld 13 te hulp.
Op dit moment mijn resterende tijd geïnvesteerd. Het eindspel met 8… 31-36 9. 42-37 26-31 10. 37x26 36-41 ziet er natuurlijk goed uit. Maar ik vreesde dat de schijf op 26 lastig zou kunnen oprukken en het verloop scheen mij erg rommelig toe. Bovendien, waarom een schijf investeren als de damlijn ook gratis bereikt kan worden? Daarom zette ik me aan de berekening van het schone eindspel na de afruil en ik vond een mooie winstvariant.
8. … 31-37 9. 42x31 26x37
Mijn laptop weigert steevast deze ruil te spelen en kiest telkens de voortzetting 8… 31-36 enzovoort. En met succes, wit kan niet afdoende verdedigen.
9. 29-23 37-42
En hier nog even kijken naar 9. 37-41, maar wit snelt met 10. 23-18 41-46 11. 18-12 ook trefzeker naar dam. Ik schatte in dat wit dan altijd met de twee resterende schijven een afruil van schijf 25 moet kunnen afdwingen. Daarom besloot ik om een extra witte schijf te vragen en betrad hiertoe veld 42.
10. 43-38 …
Wit moet ook wel deze schijf prijsgeven, want na 10. 23-18 dwingt de zwarte dam gemakkelijk winst af met 10… 43-48 11. 43-38 48-34! enzovoort.
10. … 42x33
Een interessante tweesprong. Ik rekende uit dat de opmars naar de lange vleugel het meeste weerstand zou bieden maar dat een leuke motiefwinst hier mij de helpende hand zou bieden. De doortocht aan de korte kant is eenvoudiger te weerleggen.
11. 23-18 …
Marcel kiest voor de opmars via de korte vleugel.
Op de doortocht aan de andere kant had ik het volgende gepland: 11. 23-19 33-39 12. 19-14 39-44 13. 14-09 / Offeren met 13. 13-09 04x13 en vervolgens 14. 14-10 wint eenvoudig door overmacht. / 43-49 14. 09-03 en nu de verrassing 49-35!!
Twee varianten die de zwarte winst aantonen:
1) 15. 03-26 35x08 16. 26x03 04-10! 17. 03-12 02-08 18. 12x03 10-14 19. 03x20 25x14 en zwart wint keurig door oppositie.
2) 15. 03-08 en na de damruil 35-19 16. 13x24 02x13 17. 45-40 13-18! wint zwart eenvoudig.
Deze varianten dwingen wit de schijf op 45 te offeren, waarna de winst door overmacht behaald kan worden.
11. … 33-38 12. 18-12 38-42??
Ik had een eenvoudige vang paraat om de opmars naar veld 8 op te vangen. Ik ging ervan uit dat het offer 13. 13-08 02x13 14. 12-07 nu gedwongen was waarna de winst door overmacht niet moeilijk meer is. Maar nadat Marcel toch
13. 12-08! …
speelde, zag ik mijn vergissing in. In de uitvoering van het winstplan was ik even vergeten te checken en zag ik de losse positie van de schijf op 42 over het hoofd. Nu werkt de beoogde vang 13… 04-10 14. 08-03 10-14 niet meer vanwege de slag 15. 03x47!!
Had ik de schijf naar veld 43 verplaatst, had ik de winst wel kunnen veiligstellen met deze vang.
Nu probeerde ik nog even
13. … 42-47 14. 08-03 47-20 15. 03-26 20-15 16. 45-40
Natuurlijk probeerde ik nog een winstvariant te vinden, maar nadat ik ontdekte dat zelfs de vangstelling met bijvoorbeeld 16… 15-47 17. 26-03 47-29 18. 40-35 29-24 19. 03-26 24x08 20. 26x03 04-10 niet werkte vanwege eerst 21. 35-30! 25x34 en dan pas 03-26 moest ik snel erkennen dat het eindspel niet meer te winnen is. Na nog een tweetal zetten werd dan ook remise overeengekomen.
Een leuk en - bovenal voor de schrijver - een leerzaam fragment!
Uit de onderlinge van Eureka het volgende fragment:
Marcel Karssing – Frank Verdel
Al vanaf de opening heeft Marcel een felle aanval nagestreefd. Keurig deinend op de opzet van de opponent besloot ik mijn kansen in een actieve verdediging te zoeken. Maar moeilijk, dat speltype! Pas in de stand van het diagram kreeg ik enig vertrouwen in een goede afloop.
Wit aan zet
1. 30-24? 19x30 2. 35x24 …
Na deze voor de hand liggende zet beschikt zwart over een kenmerkende combinatie in dit soort standen. Beter was het om 1. 27-22! te spelen. De dreiging 2. 22-18 13x24 en 3. 43-38 19x28 4. 30x10 noopt zwart tot 1… 12-17 2. 22x11 16x07 waarna wit weer even op adem kan komen.
2. … 12-18! 3. 23x03 13-19 4. 24x13 20-25 5. 03x20 15x31
Deze afruil brengt zwarts doorbraak naar dam dichtbij. Maar er is nog wel even wat witte tegenstand te overwinnen.
6. 48-42 16-21 7. 40-34! …
Goed opgelet. De sjablone zet 7. 43-38? isoleert eigenhandig het tweetal schijven aan de rechterkant. Zwart reageert met 7… 25-30! waarna winnen plots heel eenvoudig wordt.
7. ... 21-26 8. 34-29! ...
De meest actieve voortzetting. In plaats van tegen beter weten in de zwarte doorbraak te hinderen, kiest Marcel er voor zelf te gaan werken aan een doorbraak. Hiertoe schiet hij de eenzame schijf op veld 13 te hulp.
Op dit moment mijn resterende tijd geïnvesteerd. Het eindspel met 8… 31-36 9. 42-37 26-31 10. 37x26 36-41 ziet er natuurlijk goed uit. Maar ik vreesde dat de schijf op 26 lastig zou kunnen oprukken en het verloop scheen mij erg rommelig toe. Bovendien, waarom een schijf investeren als de damlijn ook gratis bereikt kan worden? Daarom zette ik me aan de berekening van het schone eindspel na de afruil en ik vond een mooie winstvariant.
8. … 31-37 9. 42x31 26x37
Mijn laptop weigert steevast deze ruil te spelen en kiest telkens de voortzetting 8… 31-36 enzovoort. En met succes, wit kan niet afdoende verdedigen.
9. 29-23 37-42
En hier nog even kijken naar 9. 37-41, maar wit snelt met 10. 23-18 41-46 11. 18-12 ook trefzeker naar dam. Ik schatte in dat wit dan altijd met de twee resterende schijven een afruil van schijf 25 moet kunnen afdwingen. Daarom besloot ik om een extra witte schijf te vragen en betrad hiertoe veld 42.
10. 43-38 …
Wit moet ook wel deze schijf prijsgeven, want na 10. 23-18 dwingt de zwarte dam gemakkelijk winst af met 10… 43-48 11. 43-38 48-34! enzovoort.
10. … 42x33
Een interessante tweesprong. Ik rekende uit dat de opmars naar de lange vleugel het meeste weerstand zou bieden maar dat een leuke motiefwinst hier mij de helpende hand zou bieden. De doortocht aan de korte kant is eenvoudiger te weerleggen.
11. 23-18 …
Marcel kiest voor de opmars via de korte vleugel.
Op de doortocht aan de andere kant had ik het volgende gepland: 11. 23-19 33-39 12. 19-14 39-44 13. 14-09 / Offeren met 13. 13-09 04x13 en vervolgens 14. 14-10 wint eenvoudig door overmacht. / 43-49 14. 09-03 en nu de verrassing 49-35!!
Twee varianten die de zwarte winst aantonen:
1) 15. 03-26 35x08 16. 26x03 04-10! 17. 03-12 02-08 18. 12x03 10-14 19. 03x20 25x14 en zwart wint keurig door oppositie.
2) 15. 03-08 en na de damruil 35-19 16. 13x24 02x13 17. 45-40 13-18! wint zwart eenvoudig.
Deze varianten dwingen wit de schijf op 45 te offeren, waarna de winst door overmacht behaald kan worden.
11. … 33-38 12. 18-12 38-42??
Ik had een eenvoudige vang paraat om de opmars naar veld 8 op te vangen. Ik ging ervan uit dat het offer 13. 13-08 02x13 14. 12-07 nu gedwongen was waarna de winst door overmacht niet moeilijk meer is. Maar nadat Marcel toch
13. 12-08! …
speelde, zag ik mijn vergissing in. In de uitvoering van het winstplan was ik even vergeten te checken en zag ik de losse positie van de schijf op 42 over het hoofd. Nu werkt de beoogde vang 13… 04-10 14. 08-03 10-14 niet meer vanwege de slag 15. 03x47!!
Had ik de schijf naar veld 43 verplaatst, had ik de winst wel kunnen veiligstellen met deze vang.
Nu probeerde ik nog even
13. … 42-47 14. 08-03 47-20 15. 03-26 20-15 16. 45-40
Natuurlijk probeerde ik nog een winstvariant te vinden, maar nadat ik ontdekte dat zelfs de vangstelling met bijvoorbeeld 16… 15-47 17. 26-03 47-29 18. 40-35 29-24 19. 03-26 24x08 20. 26x03 04-10 niet werkte vanwege eerst 21. 35-30! 25x34 en dan pas 03-26 moest ik snel erkennen dat het eindspel niet meer te winnen is. Na nog een tweetal zetten werd dan ook remise overeengekomen.
Een leuk en - bovenal voor de schrijver - een leerzaam fragment!
Afgelopen maandag kwam op de onderlinge competitie in Maastricht de onderstaande stand op het bord:
Effendy Djoemai - Andy Damen
Mijn tegenstander had mij zojuist toch wel verrast met de zet 30. 40-34.
Ik dacht lang na en besloot uiteindelijk de (peperdure) dam toch maar te nemen: 30. ... (14-20) 31. 24*15 (04-10) 32. 15*04 (25-30) 33. 04*07 (verplicht) en (30*50). Mijn tegenstander speelde nu 34. 49-43 (?!) en wederom verzonk ik in gepeins, de drie alternatieven overdenkende:
1. Na 34. ... (01*12) 35. 37-32 (26*28) 36. 43-39 (50*33) 37. 38*07 (02*11) is het meteen remise:
2. Na 34. ... (02*11) moet wit ook doorzetten met 35. 37-32 (26*28) 36. 43-39 (50*33) en 37. 38*18. Maar TRUUS ziet evenals ikzelf geen redding meer voor wit.
Zwart speelt 38. ... (01-07) 39. ... (03-09) en wint vervolgens de witte schijf op veld 18. Zo HAD ik dus wellicht kunnen winnen, maar zo WILDE ik niet winnen. Nee, ik koos voor de derde mogelijkheid(!)
3. Ik zei mijn tegenstander namelijk dat hij zojuist een onreglementaire zet gespeeld had en dat slaan verplicht is. Zo werd schijf 43 teruggeplaatst op veld 49 en ging het verder met 34. 07*34 (08-12) 35. 34*07 en (01*12). Dan blijft de volgende stand over:
Vanaf nu was het (in ieder geval voor mij) onduidelijk wie nu de beste kansen heeft. Na 36. 31-27 (02-08) - ik denk dat dit zeker niet de beste voorzetting voor zwart is) 37. 37-31 (26*37) en 38. 42*31 waren beide plannen duidelijk. Wit probeert met de 'formatie' 38, 47, 48 en 49 de zwarte dam af te vangen. Zwart probeert zijn dam veilig op te bergen, vervolgens de witte vangstelling 'los te weken' om met een fraaie rondslag de partij te winnen. Uiteindelijk bleken beide plannen niet uitvoerbaar. De partij eindigde in remise.
Interessante vraag: Aan welke kleur geef je in bovenstaand diagram de voorkeur? Ga je voor de witte overmacht, of voor de dam op de sterke diagonaal 16/49???
Om alvast een beetje te helpen: volgens TRUUS maakt het allemaal niet veel uit en is het 'altijd' remise...
Effendy Djoemai - Andy Damen
Mijn tegenstander had mij zojuist toch wel verrast met de zet 30. 40-34.
Ik dacht lang na en besloot uiteindelijk de (peperdure) dam toch maar te nemen: 30. ... (14-20) 31. 24*15 (04-10) 32. 15*04 (25-30) 33. 04*07 (verplicht) en (30*50). Mijn tegenstander speelde nu 34. 49-43 (?!) en wederom verzonk ik in gepeins, de drie alternatieven overdenkende:
1. Na 34. ... (01*12) 35. 37-32 (26*28) 36. 43-39 (50*33) 37. 38*07 (02*11) is het meteen remise:
2. Na 34. ... (02*11) moet wit ook doorzetten met 35. 37-32 (26*28) 36. 43-39 (50*33) en 37. 38*18. Maar TRUUS ziet evenals ikzelf geen redding meer voor wit.
Zwart speelt 38. ... (01-07) 39. ... (03-09) en wint vervolgens de witte schijf op veld 18. Zo HAD ik dus wellicht kunnen winnen, maar zo WILDE ik niet winnen. Nee, ik koos voor de derde mogelijkheid(!)
3. Ik zei mijn tegenstander namelijk dat hij zojuist een onreglementaire zet gespeeld had en dat slaan verplicht is. Zo werd schijf 43 teruggeplaatst op veld 49 en ging het verder met 34. 07*34 (08-12) 35. 34*07 en (01*12). Dan blijft de volgende stand over:
Vanaf nu was het (in ieder geval voor mij) onduidelijk wie nu de beste kansen heeft. Na 36. 31-27 (02-08) - ik denk dat dit zeker niet de beste voorzetting voor zwart is) 37. 37-31 (26*37) en 38. 42*31 waren beide plannen duidelijk. Wit probeert met de 'formatie' 38, 47, 48 en 49 de zwarte dam af te vangen. Zwart probeert zijn dam veilig op te bergen, vervolgens de witte vangstelling 'los te weken' om met een fraaie rondslag de partij te winnen. Uiteindelijk bleken beide plannen niet uitvoerbaar. De partij eindigde in remise.
Interessante vraag: Aan welke kleur geef je in bovenstaand diagram de voorkeur? Ga je voor de witte overmacht, of voor de dam op de sterke diagonaal 16/49???
Om alvast een beetje te helpen: volgens TRUUS maakt het allemaal niet veel uit en is het 'altijd' remise...