En nu samen doorzetten!
Geplaatst: 20 november 2006; 19:54
En nu samen doorzetten!
Eikelenberg, Ten Haaf, De Rooij, Hannen (meerdere keren waarnemend), Van Gortel, Verhoef (waanemend). Allemaal namen van voorgangers gedurende de afgelopen tien jaar. Bij mijn aantreden wilde ik in ieder geval proberen om de gemiddelde zittingsduur van een PLDB-voorzitter in de recente bondshistorie te evenaren. Die doelstelling heb ik intussen gehaald…
“Het wordt tijd om met zijn allen de schouders te zetten onder de PLDB”. Onder dat motto stelde ik mij bijna twee jaar geleden kandidaat voor de vacante functie van voorzitter PLDB. Het was een tijdperk van grote bestuurlijke impasses. Er werd zelfs openlijk over opheffing van de bond gespeculeerd. Velen verklaarden mij voor gek dat ik mij met het damkruitvat PLDB ging bezighouden. Ik kan ook niet ontkennen dat ik met angst en beven aan de klus begon.
Tot mijn grote vreugde hebben echter de afgelopen periode veel Limburgse dammers mijn oproep ter harte genomen. Gelukkig zijn we niet ruzieënd verder het moeras ingezonken. Integendeel, veel mensen zijn op enthousiaste wijze binnen verenigingen en bond aan de slag getogen. Mijn eerste prioriteit lag bij het weer op gang brengen van de reguliere wedstrijden. Dat is immers onze core business. Hieraan ontleent de PLDB primair haar bestaansrecht.
Sneller dan verwacht kwamen ook tal van ideeën en initiatieven. Vooral op het gebied van het jeugddammen is veel werk verzet. Het meeste bevindt zich nog in een pioniersfase, maar er is toch zeker weer een nieuw perspectief voor de Limburgse damsport geboren. Diverse clubs tonen momenteel overduidelijk aan dat er anno 2006 bij de jeugd wel degelijk nog interesse voor het dammen bestaat. En ik bespeur dat die vonk ook op sommige andere verenigingen begint over te slaan.
Al geruime tijd wordt getwijfeld aan het voortbestaan van enkele Limburgse damclubs. Tot nu toe hebben alle acht verenigingen gelukkig het hoofd boven water weten te houden. En er zijn zeker ook plaatsen waar het ronduit goed gaat. Vooral dankzij het landelijke avontuur van Raes Damclub bruist het dammen in Maastricht als nooit tevoren. Ook Eureka zit in de lift na de rentree in de nationale competitie en de start van een jeugdafdeling. Ledenwinst eveneens bij DC Roermond en misschien zijn landelijke aspiraties hier binnenkort ook niet eens een 1 april-grap meer.
Intussen zijn we ontsnapt aan de ijzeren greep waarmee de Limburgse dambestuurders elkaar destijds gevangen hielden. Door gewoon te gaan doen wat op dat moment het meest nodig was: niet veel meer dan borden en schijven klaarzetten en dammen met zijn allen. Gelukkig staat de trein nu weer redelijk op de rails. Er is een legertje enthousiastelingen gemobiliseerd dat vol overgave werkt aan een nieuwe toekomst voor de damsport in onze provincie. Daarbij komt echter wel weer een ander soort problematiek om de hoek kijken.
Hoe meer mensen zich ergens mee bezighouden, des te meer onderlinge afstemming er nodig is. Waren tot dusver bepaalde éénmansacties soms nog wel nuttig, steeds meer zal het blijken aan te komen op een goede samenwerking tussen alle betrokkenen. De komende periode zal er dan ook meer structuur in de organisatie moeten komen. Dit geldt in ieder geval binnen de PLDB, maar ook bij sommige verenigingen, zeker daar waar nieuwe initiatieven van de grond zijn gekomen.
Met klem doe ik hierbij een appèl op iedereen om op een open, eerlijke en respectvolle manier met elkaar te blijven omgaan. Laat u zich ook niet te snel ontmoedigen als de communicatie eens een keer niet helemaal naar wens verloopt. Een ander gevaar is dat we gaan denken dat we er al zijn. Een voorbeeld: enkele jeugdleden op de club is natuurlijk heel leuk, maar er zal continu gewerkt moeten worden aan nieuwe instroom. We zitten momenteel op een cruciaal punt waarbij samenwerking en doorzettingsvermogen essentieel zijn.
“En nu samen doorzetten!”. Dat wil ik uitroepen tot ons nieuwe motto voor de komende periode. De bond is slechts een overkoepelend orgaan. Het zijn vooral de verenigingen die verantwoordelijk zijn voor een gezonde toekomst van het dammen. Naast het jeugdwerk zijn uiteraard allerlei andere speerpunten denkbaar. Vanuit de PLDB kan in ieder geval gerekend worden op een goede facilitering.
Nog steeds heb ik geen spijt van mijn beslissing om een tijdje het PLDB-roer in handen te gaan nemen. Ik vind het prachtig hoe tal van leden van de kleine doch fanatieke Limburgse damgemeenschap het enthousiasme gevonden of hervonden hebben. Ieder succesje, hoe klein ook, is telkens weer heel bevredigend. Daarom heb ik mijn ambitie bijgesteld: ik wil proberen om voor twee termijnen van drie jaar te gaan. Binnen die periode moeten we samen toch iets moois kunnen neerzetten, waarna het voor mijzelf waarschijnlijk tijd wordt het stokje over te dragen…
Eikelenberg, Ten Haaf, De Rooij, Hannen (meerdere keren waarnemend), Van Gortel, Verhoef (waanemend). Allemaal namen van voorgangers gedurende de afgelopen tien jaar. Bij mijn aantreden wilde ik in ieder geval proberen om de gemiddelde zittingsduur van een PLDB-voorzitter in de recente bondshistorie te evenaren. Die doelstelling heb ik intussen gehaald…
“Het wordt tijd om met zijn allen de schouders te zetten onder de PLDB”. Onder dat motto stelde ik mij bijna twee jaar geleden kandidaat voor de vacante functie van voorzitter PLDB. Het was een tijdperk van grote bestuurlijke impasses. Er werd zelfs openlijk over opheffing van de bond gespeculeerd. Velen verklaarden mij voor gek dat ik mij met het damkruitvat PLDB ging bezighouden. Ik kan ook niet ontkennen dat ik met angst en beven aan de klus begon.
Tot mijn grote vreugde hebben echter de afgelopen periode veel Limburgse dammers mijn oproep ter harte genomen. Gelukkig zijn we niet ruzieënd verder het moeras ingezonken. Integendeel, veel mensen zijn op enthousiaste wijze binnen verenigingen en bond aan de slag getogen. Mijn eerste prioriteit lag bij het weer op gang brengen van de reguliere wedstrijden. Dat is immers onze core business. Hieraan ontleent de PLDB primair haar bestaansrecht.
Sneller dan verwacht kwamen ook tal van ideeën en initiatieven. Vooral op het gebied van het jeugddammen is veel werk verzet. Het meeste bevindt zich nog in een pioniersfase, maar er is toch zeker weer een nieuw perspectief voor de Limburgse damsport geboren. Diverse clubs tonen momenteel overduidelijk aan dat er anno 2006 bij de jeugd wel degelijk nog interesse voor het dammen bestaat. En ik bespeur dat die vonk ook op sommige andere verenigingen begint over te slaan.
Al geruime tijd wordt getwijfeld aan het voortbestaan van enkele Limburgse damclubs. Tot nu toe hebben alle acht verenigingen gelukkig het hoofd boven water weten te houden. En er zijn zeker ook plaatsen waar het ronduit goed gaat. Vooral dankzij het landelijke avontuur van Raes Damclub bruist het dammen in Maastricht als nooit tevoren. Ook Eureka zit in de lift na de rentree in de nationale competitie en de start van een jeugdafdeling. Ledenwinst eveneens bij DC Roermond en misschien zijn landelijke aspiraties hier binnenkort ook niet eens een 1 april-grap meer.
Intussen zijn we ontsnapt aan de ijzeren greep waarmee de Limburgse dambestuurders elkaar destijds gevangen hielden. Door gewoon te gaan doen wat op dat moment het meest nodig was: niet veel meer dan borden en schijven klaarzetten en dammen met zijn allen. Gelukkig staat de trein nu weer redelijk op de rails. Er is een legertje enthousiastelingen gemobiliseerd dat vol overgave werkt aan een nieuwe toekomst voor de damsport in onze provincie. Daarbij komt echter wel weer een ander soort problematiek om de hoek kijken.
Hoe meer mensen zich ergens mee bezighouden, des te meer onderlinge afstemming er nodig is. Waren tot dusver bepaalde éénmansacties soms nog wel nuttig, steeds meer zal het blijken aan te komen op een goede samenwerking tussen alle betrokkenen. De komende periode zal er dan ook meer structuur in de organisatie moeten komen. Dit geldt in ieder geval binnen de PLDB, maar ook bij sommige verenigingen, zeker daar waar nieuwe initiatieven van de grond zijn gekomen.
Met klem doe ik hierbij een appèl op iedereen om op een open, eerlijke en respectvolle manier met elkaar te blijven omgaan. Laat u zich ook niet te snel ontmoedigen als de communicatie eens een keer niet helemaal naar wens verloopt. Een ander gevaar is dat we gaan denken dat we er al zijn. Een voorbeeld: enkele jeugdleden op de club is natuurlijk heel leuk, maar er zal continu gewerkt moeten worden aan nieuwe instroom. We zitten momenteel op een cruciaal punt waarbij samenwerking en doorzettingsvermogen essentieel zijn.
“En nu samen doorzetten!”. Dat wil ik uitroepen tot ons nieuwe motto voor de komende periode. De bond is slechts een overkoepelend orgaan. Het zijn vooral de verenigingen die verantwoordelijk zijn voor een gezonde toekomst van het dammen. Naast het jeugdwerk zijn uiteraard allerlei andere speerpunten denkbaar. Vanuit de PLDB kan in ieder geval gerekend worden op een goede facilitering.
Nog steeds heb ik geen spijt van mijn beslissing om een tijdje het PLDB-roer in handen te gaan nemen. Ik vind het prachtig hoe tal van leden van de kleine doch fanatieke Limburgse damgemeenschap het enthousiasme gevonden of hervonden hebben. Ieder succesje, hoe klein ook, is telkens weer heel bevredigend. Daarom heb ik mijn ambitie bijgesteld: ik wil proberen om voor twee termijnen van drie jaar te gaan. Binnen die periode moeten we samen toch iets moois kunnen neerzetten, waarna het voor mijzelf waarschijnlijk tijd wordt het stokje over te dragen…