door Leen de Rooij

Wie is Rens de Jong?

Toen Rens de Jong vorig jaar op 71-jarige leeftijd overleed, verloor ik een goede vriend. Op jonge leeftijd was de toenmalige IJmuidenaar actief als problemist, maar toen hij een jaar of 16 was, borg hij het dambord op. Voorgoed, zo leek het, maar in 2003, na bijna 50 jaar van rust, keerde hij terug naar zijn oude liefde. Zelf was ik een van de eersten die daarvan op de hoogte was. Hij stuurde mij een aantal problemen, met de vraag of ik ze van commentaar wilde voorzien. Rens maakte problemen waarin het slagwerk centraal stond en dat sloot uitstekend aan bij mijn opvatting over de problematiek. We hadden vrij regelmatig e-mailcontact en kwamen ook een paar keer bij elkaar over de vloer.

Rens had er vanaf het begin geen geheim van gemaakt dat zijn gezondheidstoestand te wensen overliet. Hij leed aan een vorm van leukemie. Met medicatie en bloedtransfusies werd zijn leven steeds verlengd, maar er was geen sprake van genezing. Vorig jaar in juni gaf hij de moed op. Nieuwe pogingen om een keer in zijn lot te brengen, liepen op niets uit en hij verzoende zich ermee dat zijn einde naderde. In oktober overleed hij.

Zijn vrouw Ineke droeg mij al Rens’ damspullen over met de vraag of ik ze wilde verkopen en de opbrengst afdragen aan de Kring voor Damproblematiek. Die taak heb ik met genoegen op mij genomen en de KvD heeft er dankbaar de vruchten van geplukt. Rens had in de laatste jaren van zijn leven een behoorlijke damverzameling aangelegd. Binnen een paar dagen was alles verkocht.
Aanvankelijk dacht ik dat Rens mij het meeste van zijn werk wel per e-mail had laten zien. Dat was een misvatting. In de probleemschriften die Ineke mij overdroeg, zat voor het merendeel ongepubliceerd werk. Waarom had Rens dat nooit getoond? Waarschijnlijk stond hij zo kritisch tegenover zijn eigen werk, dat hij dacht dat het de (mijn) toets der kritiek niet zou kunnen doorstaan. Ik ben onmiddellijk begonnen met het aanleggen van een database van Rens’ ongepubliceerde problemen. Dat karwei zit er bijna op. Er kunnen 300 problemen aan de probleemdatabase worden toegevoegd.

Rens’ werkwijze

Rens was een man van het grote slagwerk. Hij zocht het niet in subtiele wendingen of nieuwe motieven. Rens zocht een geschikt motief uit en bewerkte dat vanuit verschillende invalshoeken. We komen in zijn oeuvre een aantal motieven tegen, maar drie daarvan wil in voor het voetlicht halen.
Kennelijk had ik zoveel invloed op Rens, dat hij het Guerramotief tot de grote uitverkorene maakte. Zelf liet ik hem regelmatig mijn vondsten zien. “Het valt niet mee om er nog iets nieuws op te maken”, schreef hij me, maar inmiddels was hij volop aan het knutselen. Hij heeft 140 bewerkingen op het Guerramotief op zijn naam staan.
Een aantal daarvan, aangevuld met eigen werk, stuur ik ter publicatie naar damvereniging VBI (www.dvvbi.nl)
Ook het langelijnmotief mocht zich in de belangstelling van Rens verheugen, maar hij hield zich ook bezig met het pseudo-langelijnmotief. Wat ik daarmee bedoel, ziet u op diagram 3.
De bewerkingen die Rens in dat kader maakte, worden aangeboden voor de site van damvereniging CTD (www.damclubctd.nl)
Het motief van diagram 4 is vermoedelijk in 1966 ontdekt door W.Lente. Ook op dit motief, dat zich uitstekend leent voor het maken van problemen met volle standen, componeerde Rens een groot aantal problemen. Hij koos voor de stand waarin de witte motiefschijf op 49 stond. Het is gebruikelijker om de schijf op 26 te zetten, vooral omdat er dan een extra variant te noteren valt.

De motieven


            

Iets over de motieven
1. Deze stand werd al in de 16e eeuw (op het kleine bord) ontdekt door de Spanjaard A.Guerra. Het motief is bijna ideaal: alle stukken staan aan de kant, dus er zijn geen beperkingen op het middenveld. Op het Guerramotief zijn meer dan 8500 problemen gemaakt. Zelf heb ik indertijd de taak op me genomen om al die standen te verzamelen. Inmiddels zijn alle bewerkingen opgenomen in een door mij beheerde database.

2. Het langelijnmotief is waarschijnlijk net zo oud als het dambord. 46/5 is met zijn spiegelbeeld 5/46 de enige stand waarin één enkele dam het wint van één andere dam.

3. Het 46/5- motief kent een valkuil. Er zijn standen waarin het niet nodig is (geweest) om schijf 46 te offeren. Dan ontstaat het motief van het derde diagram. Na (37-42) wint wit door het damoffer 5-37 en 46-41. Omgekeerd moet een problemist er rekening mee houden dat het pseudo-motief gewoon in 46/5 kan eindigen, als wit op enig moment de schijf had kunnen offeren. Bij het maspelen van Rens’ werk merkte ik dat hij verscheidene keren in deze valkuil is getrapt. En hij is niet de enige….

4. Na (16-21) en (6-11,2x11) wint wit met 49-43 door oppositie. Rens was er kennelijk niet van op de hoogte dat de witte schijf beter op 26 kon staan. Na de zet (13-19) wint wit dan door 4-27, gevolgd door de klemzet 26-21!  In de zetting van diagram 4 heeft het geen zin om (13-19) te spelen.

De nieuwe drieluik

Vanaf hier scheiden onze wegen. Wie de bewerkingen wil bekijken, moet nu overschakelen naar de betreffende (eerder genoemde) sites.


            

1. 25-20 (11x31) 36x27 (14x25) 48-42 (38x47) 24-20 (47x13) 21-17 (12x32) 23x3 (25x14) 3x9 (4x13) 15x4  De schijven 38 en 39 staan in de aanvangsstand al opzichtig te lonken naar de damlijn. 39 kan zijn doel niet verwezenlijken en 38 wordt er niet echt gelukkig van.
2. 26-21 (16x36) 38-32 (7x16) 35-30 (25x34) 29x40 (20x27) 23-18 (12x32) 37x28 (keus)
47-42 (36x38) 43x3 (45x34) 3x9 (4x13) 15x4  Schijf 11 weet zich vanuit zijn benarde positie toch nog nuttig te maken voor de witte maatschappij. Schijf 45 staat er verlaten bij, maar wordt actief in het spel betrokken.
3. 19-13 (7x16) 46-41 (37x46) 23-18 (12x23) 29x18 (20x29) 34x23 (46x8) 42-37 (31x33)
48-42 (keus) 47-42 (36x38) 43x3 (45x34) 3x9 (4x13) 15x4  Ook hier vervult schijf 45 voor de zwarte partij een fatale rol. Het is leerzaam te zien hoe geweldig veel mogelijkheden er in dit motief te vinden zijn, zelfs nu de auteur zich, zoals in deze hele serie, beperkt tot de eindslag 15x4
4. 48-42 (37x48) 46-41 (36x47) 24-20 (47x35) 44-40 (35x33) 26-21 (48x30) 21x3 (25x14) 3x9, enz. Vanuit een stilstaande positie worden er verschillende stukken op slag gezet, waarna wit kan profiteren met de slinkse doorschuifzet 26-21

            

5. 23-19 (keus) 44-40 (keus) 37-31 (26x37) 46-41 (47x18) 39-33 (38x29) 34x3 enz. Zoals in alle problemen van dit laatste viertal speelt schijf 45 een beslissende rol. Het is jammer dat in al deze standen de schijf ongedekt staat. Toch valt er veel te genieten. Hier kunnen we zien hoe schijf 27 als dam op 18 belandt.
6. 47-41 (21x23) 29x7 (keus) 24-19 (35x13) 44-40 (keus) 37-31 (26x37) 46-41 (47x18) 39-33 (38x29) 34x3 enz. De enige in deze serie waarin motiefschijf 2 op zijn plaats wordt gebracht.
7. 16-11(7x16) 28-22 (17x28) 26x17 (12x21) 41-37 (42x31) 29-23 (28x10) 43-38 (25x14)
38-32 (27x38) 36x27 (21x32) 39-33 (38x29) 34x3 enz. Er moet flink gegoocheld worden voor de weg voor schijf 34 is vrijgemaakt.
8. 22-18 (12x14) 27-22 (36x47) 37-31 (26x37) 46-41 (47x18) 44-40 (11x22) 33-28 (22x33) 29x49 (20x29) 34x3 enz. Hier wordt motiefschijf 49 via een hielslag op zijn plaats gebracht. Deze serie laat zien hoeveel mogelijkheden er op een motief mogelijk zijn en hoe rijk het damspel is