door Leen de Rooij.
Een selectie van mooie problemen van Bert Fermin
Toen de Limburgse problemist Bert Fermin begin dit jaar overleed, werd daar in het vakblad De Problemist uitgebreid aandacht aan besteed. Dat wil ik in deze rubriek niet overdoen. Toch werd een kant van Bert misschien wat overbelicht en daartoe heeft hij ook zelf wel enige aanleiding toe gegeven.
Er werd benadrukt (en zoals gezegd was Bert degene die dat volop beaamde) dat hij een middelmatige problemist was. Er zijn voldoende redenen om die opvatting te onderschrijven; Bert trok zich weinig aan van de gangbare normen; hij was volstrekt onconventioneel; hij maakte zich er inderdaad weleens erg gemakkelijk vanaf; hij kende maar één criterium: ik moet er zelf lol aan beleven, wat anderen van mijn werk vinden, moeten ze zelf weten. In het ergste geval is dat hun probleem. Hij bekommerde zich al helemaal niet om mooie aanvangsstanden. Partijspel en problematiek zijn twee totaal verschillende categorieën: het maakt mij niets uit wat een partijspeler van mijn problemen vindt. Hij moet zich maar met zijn eigen liefhebberij bezig houden. Ja, Bert was eigenwijs, soms tegen beter weten in: hij was recalcitrant.
Toch is het goed mogelijk een aantal mooie problemen van hem te selecteren. Ik wil de Limburgse dammers graag de mooie kant van het werk van Bert laten zien. Toen ik zijn werk doornam (in de probleemdatabase vond ik ruim 800 problemen van hem terug), heb ik een aantal criteria aangelegd. Ik selecteerde geen problemen die hij in samenwerking met anderen had gemaakt (vooral met Jan Scheijen heeft hij veel samengewerkt, maar ook wel met ondergetekende); bijoplosbare problemen werden geweerd; alle lelijke standen en aanvangsstanden met doorgebroken schijven heb ik eruit gehaald. En een belangrijk criterium was (uiteraard) de vraag: vind ik er iets aan; had ik het probleem zelf wel willen maken. Ik hield uiteindelijk 43 standen over en daarvan wil ik er u 12 tonen.
Ziehier: 12 mooie problemen van Bert Fermin:
Oplossingen:
1. De Problemist, 11-1969 29-23, 40-34, 15-10, 45-40, 40x9, 24x2, 2x6 (27-32) 6-33 We zien een regen van mooie meerslagen. Dan mag de aanvangsstand best iets minder zijn. Niet iedereen weet dat Bert zulke schitterende problemen op zijn naam heeft staan.
2. Dam-Eldorado, 05-1971 39-33! (34-40 gedwongen) 43-39, 39-34, 34x3, 3-20! 35x33 Een fraai staaltje kleinkunst. De stille zet aan het begin noodzaakt zwart wel tot (34-40) want anders wordt het na 44-39 een positioneel debacle.
3. Damrevue, 03-1971 32-28, 26x8, 8-3, 49-44, 42-38, 47x38, 25-20, 3x50 (over 19) 50x15 Geweldig slagwerk. Het is niet meteen een partijstand, maar de kleuren staan toch aardig gescheiden tegenover elkaar op het bord. Het is opvallend dat Bert de mooiste problemen maakte in de periode van 1970 tot 1982. Daarna werd de kwaliteit beduidend minder. Misschien maalde hij minder om de eisen die andere hem wilde stellen.
4. De Problemist, 08-1971 35-30, 32-28, 48x10, 34x1, 1-34, 25x34. De monsterslag 48x10 wordt met een paar keurige meerslagen voorbereid. De aanvangsstand is uitstekend, al staat zwart wel een schijf voor. Met zijn laatste zet denkt hij een tweede verzwakking af te dwingen
5. De Problemist 10-1976 38-33, 42x33, 47x38, 23-19, 48x39, 17x8, 8-2, 2x35 (over 7,28,24,10,9,43 en 40) (30-34) 35-44. Met de zet 23-19 wordt er een levensgroot konijn uit de hoge hoed getoverd. Knap werk, al is de stand iets minder fraai, maar Bert zou de laatste zijn om daarop te letten.
6. Dam-Eldorado 01-1980 21-16, 16x7, 35-30, 32-28, 37-32! 45x3, 3x16 (25-30) 16-43-49
De zet 37-32 is bijzonder fraai, nadat ook de voorafgaande zet al mooi was.
7. Dam-Eldorado 09-1981 37-32, 32x41, 25-20, 49-44, 50-44, 22-17, 16x9, 44x2. Guerra. In een gezamenlijke krachtsinspanning van 39 en 40 zijn de zwarte troepen er bijna in geslaagd een doorbraak te forceren. Het valt bij het bewerken van het Guerramotief niet mee om de eindslag vanaf een los veld (in dit geval 44) te maken. Daarvoor is een goede techniek vereist en daarover blijkt Bert in voldoende mate te beschikken. Met twee lange halen worden twee zwarte dammen van het bord gemaaid.
8. Dam-Eldorado, 05-1982 37-32, 39x28, 16x27, 42-37, 43-38, 44-39, 49x20, 35x2 (3-8,5x14) 50-44 Hier wordt de carrousel al bij de eerste zet in beweging gebracht. Schijf 22 eindigt zijn veelbewogen op veld 44 (of naar keus op 33)
9. De Problemist 02-1982 38-32 (37x28 gedwongen) 33x22, 29-23, 35x24, 34x23, 39-33, 43x32, 36x20, 49-43, 40-35. De twee vijandelijke blokken staan in slagorde tegenover elkaar. Alles wordt netjes opgeruimd, al zien we minder spektakel dan in de vorige problemen. Het gaat hier vooral om de nette indruk die we op partijspelers willen maken.
10. Kampioenschap van Moskou, 00-1982 50-44, 26-21, 17-12, 12x3, 3x49. Een bijna onmogelijke opgave om deze slotstand op het bord te krijgen. Bert presteert dit op een heel natuurlijke manier. En dit is ook typisch Bert Fermin: welke Nederlander haalde het in de jaren van de Koude Oorlog in zijn hoofd om een probleem in te zenden voor een wedstrijd in de Sovjet-Unie? Bert dus!
11. De Problemist, 06-1992 43-39 (17-22 gedwongen) 33-28, 29-23, 30-24, 34x32, 36x20, 39-33, 40-34, 35x44 Een supermooi aanvangsplaatje. Door de inleidende dwangzet is deze een stuk mooier dan het vergelijkbare probleem op dia 9. “Willen de mensen een mooie aanvangsstand?”zei Bert. “Goed, dan krijgen ze er een. Zo moeilijk is dat niet.”
12. De Problemist, 10-2002 33-28, 27-21, 22x11, 37-31, 32x14, 14x23, 40x20, 35-30, 45-40, 50x48. Na een rustige inleiding wordt er met 37-31 een mooi slagsysteem ingeleid dat eindigt met een fraaie achterwaartse salto. Met deze fraaie serie willen we afscheid nemen van een Limburgse problemist die in zijn eigen provincie nooit op de voorgrond is getreden.
Een gedicht van Deen Engels:
Nooit volwassen worden...
"Ik ben nu bijna zestig
en word misschien volwassen.
Dat had toch niemand ooit
van mij verwacht.
Misschien word ik wat later kinds
en ga wat later dood,
zodat ik vaak kan praten
met jonge mensen en mijn paard".