Betreft: voorzitterschap PLDB

Sittard, 16 juni 2022

Beste leden en geïnteresseerden,

Toen ik mijzelf in 2018 verkiesbaar stelde als voorzitter van de Provinciale Limburgse Dambond, kon ik niet vermoeden wat er in de vier jaar daarna allemaal zou gebeuren. Met name de kleine twee jaar aan Corona perikelen hebben invloed gehad op het wel en wee binnen de Limburgse damwereld. Het in 2018 ontwikkelde beleidsplan welke plannen bevatte voor de destijds komende vier jaren, liep derhalve nogal in de soep. Een korte terugblik:


Het beleidsplan voorzag in nieuwe ledenaanwas, competities, nevenactiviteiten, vrijwilligerswerving en diverse aanverwante zaken. Ook enkele innovatieve zaken werden opgenomen in het beleidsplan, welke dus eigenlijk betrekking heeft gehad op amper twee damjaren. Evalueren we het plan, dan kunnen we zeggen dat er op sommige vlakken wel degelijk succes is geboekt. Zo zijn er diverse evenementen voor de jeugd georganiseerd welke – mede door sponsoring van de PLDB – succesvol te noemen waren. De dank daarvoor gaat met name naar de jeugdleiders, waarbij vermeld moet worden dat de oprichting van JDV Heerlen – onder de leiding van Olga Kamychleeva en Brion Koullen – natuurlijk enorm hielp. Helaas is aan deze jeugdtoernooien na de Corona periode geen vervolg gekomen, en heeft JDV Heerlen inmiddels geen leden meer.

Ook organiseerden we als PLDB eendaagse evenementen. Het eerste evenement – in Geleen – trok tegen de dertig deelnemers, en op het eind van een mooie damdag ging de overgrote meerderheid met een gevulde maag, prijzen en mooie ervaringen huiswaarts. De tweede damdag in Roermond moest helaas worden geannuleerd vanwege een gebrek aan animo.

De vlaggenschepen van onze bond, het persoonlijk kampioenschap van Limburg en het kampioenschap voor clubteams hebben helaas sinds 2019 geen doorgang meer kunnen vinden. Daarvoor zijn diverse redenen aan te wijzen. Om met het clubkampioenschap te beginnen. Hier werd de competitie in het seizoen 2019/2020 afgebroken. De reden inmiddels bekend. Met toen nog acht viertallen – waarbij wel gezegd moet worden dat DIOS/Eureka vier teams leverde – was er destijds nog sprake van een echte competitie. In het seizoen 2021/2022 is een poging gedaan de competitie weer te laten starten. Destijds meldden zes viertallen zich aan, waarvan twee onder voorbehoud van voldoende spelers. Tot een start van de competitie kwam het echter niet. Een tweede coronagolf zorgde voor uitgestelde KNDB wedstrijden, juist op de zaterdagen waarop men in Limburg de clubcompetitie had voorzien.

Het persoonlijk kampioenschap van Limburg kende een net iets anders verloop. Ook hier is begin maart 2019 (met 18 deelnemers) de knoop doorgehad om vanwege Corona te stoppen met het kampioenschap (overigens tot grote spijt van uw voorzitter welke riant aan de leiding ging). Dat het kampioenschap daarna geen doorgang meer heeft gevonden, is echter niet te wijten aan een tweede coronagolf, maar aan opnieuw: animo tot deelname. Voor de editie 2021/2022 moest de PLDB het stellen met twee(!) inschrijvingen. Geen competitie waardig.

De andere activiteiten in Limburg betroffen met name eendaagse evenementen en uiteraard hét uithangbord: het Brunssum Open. Ook voor deze evenementen geldt: de animo neemt af en een ommekeer is nodig.

Dan rest de vraag: hoe moeten we verder?

Laat ik deze vraag allereerst eens op mijzelf betrekken. In de vier jaren voorzitterschap heb ik zelf geprobeerd om diverse zaken op te pakken. Denk hierbij aan het heropstarten van de damschool, organisatie van nieuwe evenementen, lidmaatschapskortingen voor nieuwe leden en meer reguliere zaken zoals het organiseren van de competities. Wanneer voor alle evenementen en initiatieven blijkt dat de belangstelling afneemt, kan ik u vertellen dat de motivatie soms wel even lager is dan ik mij in 2018 had voorgenomen. Uiteraard ook alles met een reden. We vergrijzen enorm, ons ledenaantal neemt af (met 98 leden zijn wij op Zeeland na de kleinste damprovincie, al dreigen de Groningen in te halen omdat zij nóg sneller achteruit gaan).

Daar komt ook nog eens bij dat mij eigen club CEMA/De Vaste Zet momenteel ook de nodige aandacht kan gebruiken. Waar wij als club in het seizoen 2013/2014 nog met drie teams in de landelijke clubcompetitie speelden – dat is nog geen tien jaar geleden – moeten wij het heden ten dage stellen met één team. En zelfs dat team blijkt soms al lastig te bemannen. Verder is de nieuwe aanwas van leden nul (ik ben met mijn 35 jaar nog steeds het jongste lid), en de vergrijzing neemt ook daar enorm toe. Leden van ver in de tachtig waarvan je afhankelijk bent bij het formeren van competitieteams, iedereen begrijpt dat die situatie niet wenselijk is.

Het laatste over mijzelf: ik werk per 1 juli 2022 al bijna zeventien jaar bij dezelfde werkgever, maar ga dat nu doen in een functie die inhoudt dat ik méér moet reizen, méér vrije tijd moet investeren en dus ook minder kan focussen op vrije tijds zaken – en daar zit naast zelf voetballen en mijn favoriete voetbalploeg aanmoedigen ook nog een stukje dammen bij.

Derhalve kan ik als voorzitter de PLDB niet de aandacht geven die ik zou willen, los van het feit dat ik momenteel mijzelf afvraag in hoeverre mijn werkzaamheden voor de PLDB lonend zijn. Het kán juist komen door het gebrek aan tijd welke ik investeer in de PLDB. Misschien is met meer tijdsbesteding wel méér te realiseren. Die mogelijkheid heb ik echter niet. Voor enkel het organiseren van toernooien en wedstrijden, en zo af en toe een vergadering: daar is niet per se een voorzitter voor nodig. In mijn ogen moet een voorzitter een persoon zijn welke motiveert, investeert en realiseert. Dan kan een voorzitter echter niet alleen. De clubs en de besturen van de clubs zijn daarbij de belangrijke schakels, en eigenlijk wordt ook van hén hetzelfde verwacht. Ook zij moeten motiveren, investeren en realiseren.

Wie bovenstaande vier alinea’s leest, voelt het waarschijnlijk al aankomen. Mijn gebrek aan vrije tijd, aan motivatie, en de focus op zaken als werk en mijn eigen vereniging hebben mij doen besluiten dat ik op korte termijn stop als voorzitter van de PLDB. Welke datum dat precies is, dat laat ik nog in het midden, maar de beslissing is genomen en onomkeerbaar. Omdat wij echter een PLDB bestuur van twee personen hebben, zal ik mijn medebestuurder niet zomaar laten vallen. Samen met Jac Hannen zal ik zoeken naar de beste datum om de voorzittershamer neer te leggen.

Hoe het dan verder moet?

Wel, ook daar heb ik een mening over. Geen bijster positieve, maar veel keus hebben wij als dammers in Limburg ook niet. Emotie, principes, vetes, historie en andere aanverwante onderwerpen moeten overboord. We zijn in Limburg met pak ‘m beet 60 actieve dammers. Daarvan nog enkele welke gehuisvest zijn buiten onze provinciegrenzen. Hoe maak je daar wat van? In mijn ogen is het ideale voorbeeld de situatie in de Alblasserwaard. In die regio zijn diverse grote damverenigingen (De Kroonschijf, Dordrecht, Gorinchem en wellicht enkele anderen die ik vergeet) samen opgegaan in ‘De Waarddammers’. Een club welke komend seizoen met vier(!) landelijke teams uitkomt in de Nationale competitie. Een club welke altijd gezamenlijke thuiswedstrijden speelt (met dus ruim 80 dammers op één locatie!). Een club met een bloeiende jeugdafdeling. Een club met één bestuur.

Het kan wel, het móét wel.

Met vriendelijke groet,

Martijn van Gortel, voorzitter Provinciale Limburgse Dambond